Roofs 2003-05-22 Hoe wordt de NAVO beschermd?

ing. Gunther Guinée

Hoewel de NAVO (Noord Atlantische Verdragsorganisatie) instaat voor de bescherming van haar diverse lidstaten, moest de instelling zelf beroep doen op een aantal Belgische ondernemingen om de uitbreiding van haar hoofdkwartier in Zaventem te beschermen. Zij het dan niet tegen politieke onlusten of terroristische aanslagen, maar tegen barre weersomstandigheden. Het dak van deze uitbreiding is voorzien van een isolerende mortel van het Belgische FIM, een bedrijf dat zich ook steeds meer op de Nederlandse markt profileert.

Nederlandse markt

Voor de isolatie en het vormen van de dakhellingen van het dak van het NAVO-hoofdkwartier werd gebruik gemaakt van de licht isolerende mortel PROFIM kant & klaar, van de firma FIM uit Westerlo (België). FIM is sinds 1991 producent van lichte isolerende mortels voor platte daken en vloeren. Het bedrijf richt zich de laatste jaren steeds meer op de Nederlandse markt. Voor renovatie en nieuwbouw wordt daartoe met een aantal Nederlandse dakdekkersbedrijven samengewerkt. Nebiprofa B.V. verkoopt en distribueert de kleinere hoeveelheden mortel. Het bedrijf opereert nu nog vanuit België, op termijn wil men echter een Nederlandse vestiging openen. De heer Stephan Peeters vertegenwoordigt het bedrijf in Nederland.

PROFIM kant & klaar is een mengsel van polystereenkorrels, vermiculite, perlite en diverse toeslagstoffen, die vermengd worden met een sneldrogende cement als bindmiddel. Bij grotere dakhellingen, zoals bij het NAVO-hoofdkwartier, wordt ook gebruik gemaakt van polystereenblokken. 'De combinatie van dit mengsel en de polystereenblokken heeft een grotere drukvastheid en een hogere isolatiewaarde tot gevolg,' vertelt de heer Peeters. 'Het bedrijf wil zich mede met het PROFIM daksysteem, dat een combinatie is van PROFIM kant & klaar met PS-blokken, XPS-blokken, PU-blokken, onderscheiden op de Nederlandse markt.'

Ondanks de ongunstige economische omstandigheden, ziet de heer Peeters goede perspectieven voor het product. 'Eigenlijk zijn er op het moment te weinig afschotmortels op de Nederlandse markt, er blijft volop vraag naar het product. Het afgelopen jaar hebben wij in Nederland, mede door onze ervaring en de scherpe verhouding tussen prijs en kwaliteit, een flinke stijging van de afzet meegemaakt.' Op de afgelopen Internationale Bouwbeurs in Utrecht kreeg FIM het KOMO-attest met productcertificaat uitgereikt, waarmee het product aantoonbaar aan de (strengere) Nederlandse kwaliteits- en veiligheidseisen voldoet.

Toepassing

Het NAVO-hoofdkwartier in Zaventem was aan uitbreiding toe. In het najaar van 2000 werd dan ook gestart met de bouw van een nieuw administratief centrum in Zaventem. De constructie bestaat uit vier grote vleugels, die als een groot vierkant met elkaar zijn verbonden. Het dak van dit nieuwe gebouw (met een grootte van in totaal 1904 m2) is circa 30 meter hoog, en bestaat deels uit een glasconstructie, deels uit een plat dak, dat op een efficiënte manier moest worden geïsoleerd en afgedicht. De hoogte van 30 meter trok een wissel op de uitvoering. FIM beschikt over krachtige pompen, die de mortel tot op aanzienlijke hoogtes kunnen verpompen; maar aangezien dit gebouw circa 30 meter hoog is, werd besloten de pompen met behulp van een torenkraan meteen bovenop het dak te plaatsen.

De PROFIM kant & klaar mortel werd uitgevoerd op een constructie van monolithische platen uitgevoerd in gewapend beton. Na reiniging van de betonnen ondergrond werd er een mortelbed gespoten van één à twee cm dik, waarin vervolgens de polystyreenblokken van 33 x 100 cm op een onderlinge afstand van drie à vijf cm van elkaar werden gepositioneerd. Door deze blokken in verschillende diktes te plaatsen, werd meteen de vereiste dakhelling van 1,5 cm per meter gecreëerd. Het geheel werd tenslotte bedekt met een laatste laag isolerende mortel van vier cm. Op die manier kreeg men een laag, variërend van 70 mm tot 260 mm dik, en met een gemiddelde dikte van 170 mm. Bij de aansluiting van het dakvlak met de opstanden werd met behulp van dezelfde mortel ook schuine kanten gemaakt, met een helling van 45° en over een breedte van tien cm.

Afwerking

Aannemer Dekkers bracht bovenop het afschot eerst een losliggend gebitumineerd glasvlies aan. Daar bovenop werd als toplaag een SBS gemodificeerd polyestermat van 4 mm gebrand. Het geheel werd vervolgens bedekt met een polyesterdoek als scheidingsvlies voor de ballastlaag, grind 16/32. In België draagt een ballastlaag van grind bij aan de brandclassificatie, in dit geval klasse A1.

De dakranden en opstanden werden eerst geïsoleerd met vijf cm dikke polyurethaanplaten en vervolgens bekleed met een vier mm dik APP-membraan, aangebracht volgens de brandmethode. Om ook hier de nodige brandbestendigheid te creëren, werd het geheel afgewerkt met een gewafeld aluminium gecacheerde bitumineuze toplaag van eveneens vier mm dik.