Roofs 2025-10-31 Voltooid verleden tijd
In deze rubriek geeft Theo Wiekeraad zijn mening over de dakenbranche en aanverwante onderwerpen.
“We leven in andere tijden, Theo”, zei mijn zwager toen we het over de hedendaagse moraal hadden. Wij worden ouder en zien alles om ons heen veranderen. Soms gaat het snel, maar het merendeel gaat geleidelijk: gelukkig veel ten goede, incidenteel in het geheel niet. Dan proberen we het te repareren en de missers snel te vergeten. Dat laatste is jammer. We kunnen van missers zo veel leren.
De snelle veranderingen vallen in het oog. De missers die we daarbij maken evenzo. Deze zijn ook snel weer te repareren. Door het draagvlak zijn de aanpassingen binnen no-time gewoon. De geleidelijke veranderingen lijken vaak een evolutie in tijd, we zien het voor onze ogen gebeuren, maar ervaren het pas als de verandering zich heeft voltrokken. We hebben ons in tijd aangepast aan het nieuwe normaal. Ook aan de negatieve aspecten, maar die omzetten zal veel tijd en energie kosten. Want, geloof het of niet, er zijn altijd mensen en/of organisaties die baat hebben bij deze ingeslopen veranderingen.
De bouw en het dakdekken zijn bij uitstek ‘mannendingen’. In mijn MTS-tijd hadden wij exact NUL meisjes in de vierjarige opleiding. Niemand met een rokje kon onze lessen verstoren. Sterker nog: ik kan mij niet herinneren dat er ook maar een vrouwelijke docent over de gangen zwierf. Op één jongen van kleur na, was mijn jaar zelfs ‘all white’. En dan te weten dat ik in Rotterdam-Centrum op school zat, de Witte de Withstraat - tegenwoordig “the place to be” als je naar het jaarlijkse Zomercarnaval wil gaan kijken.
Ook op de HTS waren jongens van kleur en buitenlandse komaf zeer exceptioneel. Het waren bijna exoten, die je daar niet of nauwelijks tegenkwam. Eén ding was wel 180° gedraaid. Wij hadden dat jaar TWEE meisjes in onze klas. Dat er maar een beperkt aantal damestoiletten in het gebouw was, was voor de meisjes behelpen. Zelfs het feit dat de kleedkamers bij het lichamelijk onderwijs niet op twee geslachten waren afgestemd, mocht de pret niet drukken. De dames waren welkom! Het veranderde wel de dynamiek in de klas, vooral voor de MTS-instromers. Deze puberale jongvolwassenen, ook ik dus, moesten het grappenarsenaal aanpassen. Met deze dames erbij was niet alles meer leuk, zeker niet de grap uitleggen.
In die tijd dacht menig docent en student nog: “Wat moeten die meiden in de bouw?”. De algemene teneur was: ‘de bouw is een mannenbolwerk’. Ja, ze konden op een architectenbureau misschien als tekenaar of calculator aan de slag, maar meer zat er echt niet in het vat voor de dames. Hoe mis konden we het hebben! Wat dus echt in de tijd ten goede is veranderd, is de pluriformiteit in de bouw. Dames zijn nog ver in de minderheid, maar we zien ze steeds meer. Niet alleen in ondersteunende taken, maar ook leidinggevend timmeren ze aan de weg. Devrouw is geen exoot meer.
Op de kraan of in de vrachtwagen rijden vrouwelijke medewerkers de bouwplaatsen binnen. Ook voor het zwaardere timmerwerk en bij de installateurs draaien dames hun hand niet om. Dat vraagt best wel wat extra inspanning van het management. Naast kleed- en toiletruimte die nodig zijn, willen we ook dat ze zich welkom voelen. De traditionele kleedkamermentaliteit die op sommige bouwplaatsen heerste, komt hiermee ten einde. Het “Ze moeten zich maar aanpassen” is verleden tijd. Het vrouwelijk geslacht is een wezenlijk onderdeel van de bouwfamilie geworden.
“De vrouw in de bouw” heeft een toekomst, net als die van onze allochtone en Nederlanders van kleur. De bouwplaats wordt steeds meer een afspiegeling van onze samenleving. Dus: “Wat moeten die meiden in de bouw?” is hiermee voltooid verleden tijd!
Theo Wiekeraad