Roofs 2003-02-24 Afscheid met voldaan gevoel
De heer Dick Martens, commercieel directeur van Esha Nederland B.V. en oprichter/voorzitter van diverse brancheverenigingen, nam op 18 december 2002 met een receptie in Motel Vianen afscheid van de dakenbranche. De heer Martens (61) legde al zijn functies om gezondheidsredenen neer: 'Ik heb mijn werk altijd met veel plezier gedaan, maar daarbij heb ik ook roofbouw gepleegd op mijn leven.' Een interview met deze gedreven en betrokken man.
Edwin Fagel
Dick Martens was sinds 1999 commercieel directeur van Esha Nederland B.V. in Groningen. Daarvoor was hij commercieel directeur van Vapotherm B.V., dat in de loop der jaren onder verschillende besturen viel. Daarnaast was hij mede-oprichter en voorzitter van de NVPU (Nederlandse Vereniging van PUR-fabrikanten), de BING (de internationale vereniging van PUR-fabrikanten) en de NII (Nederlandse Isolatie Industrie). Op de afscheidsreceptie overhandigde Martens zijn vrouw en kinderen een bos bloemen, als spijtbetuiging dat zij hebben moeten lijden onder zijn dadendrang. 'Dat is een fout van mij geweest,' zegt Martens. 'Ik hoop die nu een beetje te kunnen herstellen. Ik heb geen moment spijt gehad van mijn beslissing om vervroegd met pensioen te gaan.'
Stampij
Martens ging in 1966 aan de slag als technisch adviseur bij de branchevereniging Venedak/Vebidak. Hij voerde voor de vereniging dakinspecties uit. 'Dat heb ik slechts anderhalf jaar gedaan,' vertelt Martens. 'Ik stuitte namelijk op veel zaken in de productie en uitvoering die niet klopten. Maar die werden met de mantel der liefde bedekt. Ik voelde er weinig voor om op die manier politie-agent te spelen: als je een normering instelt, moet je die wel controleren en handhaven. Anders heeft normering geen enkele zin. Ik heb daar een hoop stampij om gemaakt. Daarna ben ik, in 1967, bij Biteer B.V. in Huizen terecht gekomen.'
Dit bedrijf, dat was ondergebracht in de Gips Groep, was producent van dakbedekking en dakisolatie. Martens werd verantwoordelijk voor de verkoop van Vapotherm. Dit isolatiemateriaal was ondergebracht in een aparte onderneming, Vapotherm B.V., dat functioneerde als onderdeel van Biteer. Algemeen directeur van Biteer was de heer van Loenen. Martens: 'Van Loenen was een dynamisch figuur, die altijd op zoek was naar iets nieuws.' Met een uitgebreid activiteitennet groeide Vapotherm uit tot een florerend bedrijf met internationale vestigingen.
'De kracht van het bedrijf lag in de combinatie van isolatiemateriaal en dakbedekking,' vertelt Martens. 'Doordat we alles in één hand hielden, waren we in staat complete adviezen te bieden. Het is voor architecten heel belangrijk dat ze zo compleet en betrouwbaar mogelijk worden geïnformeerd over een bestekomschrijving. Gaten in het bestek kunnen namelijk heel nadelig uitpakken voor zowel de architect als de opdrachtgever. Onze verkopers gingen dan ook alleen naar de architect toe, als ze vanaf de beginfase bij het project betrokken konden zijn.' In 1975 werd Martens commercieel directeur van Vapotherm.
Onconventioneel
'Van Van Loenen heb ik veel geleerd,' zegt Martens. 'Hij had een onconventionele manier van met geld omgaan. Hij heeft mij eens bewust een fout laten maken die het bedrijf 12.000 gulden kostte. Ik was naderhand ontzettend kwaad dat hij me die fout liet maken, maar hij zei: "Heb je er iets van geleerd? Mooi. Dan was het dat geld wel waard." Die les ben ik nooit vergeten.' In 1980 kocht Van Loenen de Gips Groep uit en viel Vapotherm onder Van Loenen Beheer. Martens: 'Van Loenen wilde captain of industry worden, en die wens was uiteindelijk niet verantwoord. We hebben geprobeerd hem ervan te weerhouden, maar tevergeefs.'
Vervolgens ging ook alles tegenzitten. De recessie van begin jaren '80 maakte drastische maatregelen noodzakelijk, maar Van Loenen was daartoe niet bereid. Dat heeft er toe geleid dat Smid & Hollander het bedrijf in 1986 overnam. Dit Groningse bedrijf (later Esha Nederland B.V.) heeft een grote reorganisatie doorgevoerd. Hierdoor werd Vapotherm weer een gezond bedrijf. Martens werd in 1987, naast Vapotherm, mede verantwoordelijk voor de verkoop van dakrollen.
Na enige tussenvormen fuseerde Vapotherm in 1997 met Sellink Isochemie. De nieuwe bedrijfsnaam werd Ecotherm B.V., in Winterswijk. De naam Vapotherm bestaat nu alleen nog als merknaam voor dakisolatie. Esha Nederland bleek echter behoefte te hebben aan marktkennis van dakrollen, en Martens werd daarom opnieuw gevraagd voor de functie van commercieel directeur. In 1999 werd hij bij het Groningse bedrijf aangesteld. Tot aan zijn afscheid in december 2002 heeft hij deze functie vervuld.
Milieu-freak
'Ik ben nogal een milieu-freak,' zegt Martens. 'Ik vind dat we de plicht hebben verantwoord om te gaan met de beschikbare energie. Het was een belangrijke doelstelling van Vapotherm om, naast een zo goed mogelijke isolatiewaarde te verkrijgen, zo milieuvriendelijk mogelijk te produceren.' Het bedrijf voerde in dit opzicht een strikt beleid en hanteerde al in een vroeg stadium een intern kwaliteitsbewakingssysteem en een stringente controle. Martens: 'Als je de medewerkers zelf verantwoordelijk maakt voor milieuvriendelijkheid en ze actief mee laat denken over het onderwerp, in plaats van ze allerlei regels op te leggen, raken ze gemotiveerd dat beleid ook uit te voeren. Die betrokkenheid straalde het bedrijf ook uit.'
Begin jaren zeventig richtte Martens de NVPU op, de Nederlandse Vereniging van Polyurethaan Hardschuim fabrikanten. Polyurethaan hardschuim (PUR) is een kunststof isolatiemateriaal met een hoge isolatiewaarde. De vereniging werkte mee aan de promotie van het materiaal, maar ook aan de NEN kwaliteitsnormen en het opstellen van beoordelingsrichtlijnen. In 1977 was hij bovendien mede-oprichter van de internationale variant van de NVPU: de BING. 'Via BING wordt de know how internationaal gedeeld, en dat is alleen maar goed voor het product,' zegt Martens. BING stuurde de strengere Europese milieuregelgeving aan. Het heeft er o.a. toe geleid dat er op grote schaal gebruik wordt gemaakt van CFK-vrij blaasmiddel voor hardschuim: de PURisolatie-industrie was hiermee één van de eerste industrietakken die in het geheel geen gebruik meer maakt van CFK.
Open certificatie
Naast deze activiteiten was Martens bovendien oprichter en voorzitter van de NII (Vereniging Nederlandse Isolatie Industrie, waarin alle verenigingen van thermische isolatiematerialen zijn vertegenwoordigd). 'Wij waren halverwege de jaren tachtig op zoek naar een alternatief voor de certificatie van de stichting KOMO,' vertelt Martens. 'Dat was nodig, omdat er van de relatie tussen de attesten, de certificaten en de door bedrijven af te dragen contributies niets meer deugde. KOMO was een log apparaat en had een monopoliepositie. De certificatie was versnipperd en veel te duur.'
Mede door krachtenbundeling van de industrie en overleg met de overheid is een vrije markt ontstaan voor certificatie instituten. Maar helaas hanteerde elk instituut vervolgens een eigen certificatiereglement en eigen beoordelingsrichtlijnen. De NII heeft toen willen voorkomen dat er voor eenzelfde product wel tien of meer certificaten op de markt zouden komen. Men wilde ook de kosten voor certificatie door marktwerking omlaag te krijgen. Het bedrijfsleven werd, via de NII, zelf verantwoordelijk voor de regelgeving en de kwaliteitsbewaking. De certificatie werd opengegooid.
'Die openheid heeft nog wel wat strijd gekost,' vertelt Martens. 'Het is natuurlijk voor een bedrijf of instituut verleidelijk om de kennis en de normering voor zichzelf te houden. Maar mijn standpunt is dat de regelgeving en beoordelingsrichtlijnen voor certificatie voor iedereen toegankelijk moet zijn. Alleen op die manier kom je tot een uniforme certificering en controle. Iedereen profiteert van gedeelde kennis.' De NII is hierdoor gekomen tot nationale regelgeving.
Voldaan
'Ik heb altijd tegen mijn werknemers gezegd, dat ze een goed evenwicht tussen werk en privé moeten vinden. Als je gemotiveerd bent, straalt dat af op je werk en dan kom je ook positief thuis van je werk. Je moet aan de andere kant niet de ellende mee naar huis nemen, want dat heeft op beiden een negatief effect. En je moet de tijd tussen privé en werk evenwichtig verdelen. Ik wist dat voor anderen wel mooi te vertellen, maar zelf heb ik uiteindelijk toch teveel hooi op mijn vork genomen.'
Maar Martens heeft met een voldaan gevoel afscheid genomen: 'Ik heb altijd met loyale mensen samengewerkt, en mede daardoor heb ik alles met veel plezier gedaan. Ik heb ondervonden dat je pas vertrouwen krijgt als je eerst zelf vertrouwen geeft. Dat vertrouwen zal dan wel een enkele keer beschaamd worden, maar wat maakt dat uit? Je moet altijd durven open te zijn, jezelf bloot durven geven; het vertrouwen dat je daarmee afdwingt, is heel waardevol en maakt je werk een stuk plezieriger.'
Deel dit artikel
Andere artikelen in Roofs 2003-02
Roofs 2003-02-03 Leiden
In de vakanties bezoeken wij als onderdeel van de opvoeding wel eens een museum en ditmaal was het Naturalis in Leiden. Een prachtig museum met een fantastische entree van het zalencomplex. Een...
Roofs 2003-02-06 Afschot en instortende daken
Dick Wapstra - VEBIDAK Naar aanleiding van het artikel Afschot blijft belangrijke factor bij zware regenval, op blz 9 en verder van 'Roofs' nr. 10/2002, willen wij graag reageren. De suggestie...
Roofs 2003-02-07 Daken vaak niet bestand tegen zware regenval
Uit onderzoek van de inspectiedienst van het ministerie van VROM is gebleken, dat ongeveer 100.000 daken in Nederland niet voldoende bestand zijn tegen hevige regenval. De afgelopen tien jaar zijn...
Roofs 2003-02-08 Zonne-energie in Nederland: een fiasco?
Hendrik Gommer Zonne-energie is een van de schoonste vormen van duurzame energie en uitermate populair onder huiseigenaren, gemeenten en bedrijven die energie willen besparen. En toch komt...
Roofs 2003-02-12 Details bepalen de onderhoudsgevoeligheid
Eerder schreven wij in 'Roofs' dat verholen goten langs dakramen onderhoud behoeven. In een eerste artikel werden de problemen aangekaart waarop in een tweede artikel de marktleider van dakramen in...