Roofs 2003-02-31 Dakinspecties horen bij de werkzaamheden

Het heeft allemaal vast en zeker te maken met de verkiezingen en alle media aandacht die daarbij hoort. Toch is een opmerking tijdens het gesprek dat ik had met twee Dakmerk-inspecteurs, de heren Lazic en Scherpenzeel, de directe aanleiding tot de volgende gedachte: dat de controles die namens Dakmerk worden uitgevoerd er mede voor zorgen dat de WAO-instroom vermindert..

Lo Stuip

Het lijkt vergezocht, maar dat is het niet. De Dakmerk controles worden al tien jaar lang volgens een vast patroon uitgevoerd. De technische ontwikkelingen, met name de uitvoering daarvan, waren de directe aanleiding tot de behoefte naar controle. Maar al heel snel kwam men tot het inzicht ook andere aspecten van de werkinspecties in het controlerapport op te nemen. Vandaar dat tijdens de controles ook gelet wordt op milieuzaken en Arbo-aangelegenheden. Door een gedegen controle, en waar nodig het aanspreken van de uitvoerende dakdekkers op afwijkingen van bijvoorbeeld veiligheidsvoorschriften, werkt de Dakmerk organisatie mee aan het terugdringen van een sociaal-maatschappelijk probleem.
Door het terugkoppelen van de rapportages naar de betreffende Dakmerk-participant wordt een voortdurende prikkel gegeven. Binnen de aangesloten bedrijven worden de rapportages niet slechts gebruikt voor input van zgn. toolbox-meetings in het kader van VCA certificering, maar ook de halfjaarlijkse evaluaties van de uitgebrachte rapportages per bedrijf worden gebruikt in besprekingen met dakdekkers en voorlieden. Al met al een voortdurende aandacht op het onderwerp veiligheid en de rol en eigen verantwoordelijkheid van de dakdekker daarin.

Afwisseling

Het interessante van de functie van de Dakmerk-inspecteur is de afwisseling. De ruim 70 inspecties die door beide heren in het afgelopen jaar werden uitgevoerd, lagen over het hele land verspreid. Verschillende bedrijven, iedere keer andere objecten, nieuwbouw, renovatie, klein, groot, eenvoudig, ingewikkeld…

Mede door deze afwisseling blijft het inspectiewerk interessant; want op de techniek is meestal nauwelijks iets aan te merken. Als er al aanmerkingen zijn, betreffen deze vrijwel altijd de samenwerking, of liever gezegd: het gebrek daaraan in de nieuwbouw. Door slechte coördinatie of onduidelijke afspraken komt het wel eens voor dat er geen, of onvoldoende, veiligheidshekken zijn geplaatst; of dat het steigerwerk al verwijderd is, enzovoorts.

Aanpak

Toch heeft dat in de ruim drie jaar dat Nenad Lazic als Dakmerk-inspecteur werkzaam is maar éénmaal tot een stillegging geleid. Jan Scherpenzeel heeft een dergelijke maatregel nog nooit hoeven nemen. Beide heren worden ingehuurd via DIAC Almere en hebben vrijwel dezelfde aanpak. Als bijvoorbeeld de werkbus in de buurt staat, wordt er altijd even in gekeken. De indeling en orde in de bus is al een goede indicatie van hoe het werk wordt uitgevoerd. Verschillen in aanpak zijn er nog wel degelijk, maar je moet ze wel (willen) zien. Ook in de techniek zijn er gelukkig nog voldoende verschillen en soms afwijkende constructies te zien; denk bijvoorbeeld aan éénlaagse dakbedekkingen en constructies met koud kleven.

De verhouding tot de diverse voorlieden en dakdekkers is plezierig: men vindt de inspecties noodzakelijk, ze horen bij de werkzaamheden. En als er eens een minpunt gescoord wordt, dan rekent men het tot z'n eer de volgende inspectie vlekkeloos te kunnen doorstaan.

Gevraagd naar tips of aanbevelingen komen de min of meer 'open deuren' op tafel: in de nieuwbouw vormen de opstanden (te laag), of de afwezigheid ervan, regelmatig een probleem - net als de elektriciteitsleidingen op de betonnen ondergrond. In de renovatie wordt nogal eens 'vergeten' de oude loodslabben te vervangen of tenminste te herstellen, hetgeen afbreuk doet aan de totale waterdichtheid van de dakconstructie. Dakmerk blijft dus in de toekomst graag gebruik maken van de diensten van de inspecteurs.