Roofs 2018-10-14 Is BRL 1511 nog actueel, of haalt de praktijk de inhoud in? (premium)

p. 14

Kwaliteit bitumineuze dakbedekkingen

De BRL1511 is sinds juni 2015 van kracht, maar de ontwikke­lingen gaan snel. ­Voldoet de ­Beoordelingsrichtlijn nog?

Marco de Kok

De huidige BRL 1511, waar de eisen in staan voor de afgifte van een KOMO attest en een KOMO productcertificaat voor dakbedekking voor platte daken, stamt uit 2015; 22 juni om precies te zijn. Omdat ik zelf aan de wieg heb gestaan van deze ‘nieuwe versie’ weet ik nog dat het een langdurig proces was om tot deze BRL te komen. Toen de Beoordelingsrichtlijn klaar was, moest er in allerijl nog het nieuwe format van de KOMO-certificaten in geregeld ­worden. Dit was de ­inmiddels bekende splitsing van het KOMO attest-met-productcertificaat in een apart KOMO-­attest en een apart KOMO productcertificaat.

Dit was noodzakelijk om én voldoende relevante eigenschappen te kunnen vermelden én te voldoen aan de regeltjes van de CPR inzake private keurmerken. Dat dit nu in orde is, kan men afleiden uit het feit dat deze vorm van certificatie nu al meer dan drie jaar probleemloos in de markt aanwezig is. Maar de vraag is nu of deze huidige BRL na drie jaar nog steeds de lading wel dekt. Zijn de eisen nog wel relevant en/of zouden er niet nieuwe aanvullende eisen noodzakelijk zijn?

Zowel de Technische Commissie (TC), die over de inhoud gaat van BRL 1511, als het College van Deskundigen (CvD) waren blij en opgelucht dat de BRL 1511 in juni 2015 eindelijk afgerond was. Het document was weer helemaal up-to-date met de laatste bouwregelgeving, productnormen en test­normen. Ook was deel 4 uitgebreid met enkele nieuwe typen kunststof dakbedekkingen, zoals EVA folie, en was er een nieuw deel 5 uitgegeven, voor dakbedekking gemaakt van hernieuwbare grondstoffen.

In principe is het de bedoeling om een Beoordelingsrichtlijn iedere vijf jaar eens tegen het licht te houden om te kijken of de BRL nog wel aansluit met de praktijk en regelgeving. Laten we eens vooruit kijken wat mogelijke onderwerpen van aandacht zouden kunnen zijn. In de basis is BRL 1511 nog steeds een gedegen document dat heel goed de lading dekt, maar het is soms wel handig om eens kritisch naar sommige eisen te kijken: waarom worden sommige eisen gesteld, bijvoorbeeld.

Minimale hoeveelheid bitumen

Als we eens kijken naar de minimale hoeveelheid bitumen die in een onderdeklaag en bovendeklaag geëist wordt, kun je je afvragen waar deze hoeveelheden vandaan komen. Hoe is de eis van minimaal 500 g/m2 organisch materiaal in de bovendeklaag en 1000 g/m2 organisch materiaal in de onderdeklaag van een brandrol ontstaan? Daarnaast is er nog de eis van 1700 g/m2 ­totale hoeveelheid organisch materiaal in een brandrol. Zijn deze eisen nog wel ­actueel en relevant en wat is de achter­liggende gedachte hiervan?

Hier heb ik ten tijde van het opstellen van de Beoordelingsrichtlijn niet echt een antwoord op kunnen krijgen. Het zou nodig zijn om ­bijvoorbeeld de (vaak) polyester drager in de dakbaan te beschermen tegen de hitte van het branden. De drager zou kunnen uitzetten of juist het tegenovergestelde, relaxatie (terugkeer naar oorspronkelijke toestand) van de kunststof polyester, bevorderen bij te veel hitte. Mogelijk dat de binders (als ze er al in zitten) in dergelijke vliezen door de hitte aangetast worden en hun samenhang en daardoor sterkte verliezen. Maar uit welke tijd stamt deze eis? De kwaliteit van de ­dragers is in de loop der tijd ook verder ontwikkeld, er zijn combinatiedragers met glasvlies of –scrims op de markt gekomen, er bestaan dragers die geen chemische binders in zich hebben die aangetast kunnen worden. Dus misschien kan er vandaag de dag wel heel goed met minder ­bitumen een kwalitatief zeer goede dakrol gemaakt worden. En minder bitumen betekent ook minder milieubelasting, l­agere kostprijs, wellicht hogere marge, lichtere dakrollen voor de dakdekker of meer meters op een rol, waar de ­afgelopen jaren alleen maar minder meters op kwamen te zitten vanwege arbotechnische redenen.

Daarnaast proberen innovatieve producenten van dak­bedekkingsmaterialen zich te onderscheiden in de markt door aan hun producten additionele eigenschappen toe te kennen. Vooral tijdens de crisis vanaf 2008 lijkt het erop dat dit steeds meer het geval was om weg te komen uit de commodity markt. Deze innovatieve additionele eigenschappen zijn nu geen unicum meer, maar inmiddels gemeengoed geworden. Iedere producent heeft wel een product in zijn portfolio zitten dat bijvoorbeeld fijnstof uit de lucht haalt (zoek maar eens op Google met de zoekterm “fijnstof NOx dakbedekking“) of een sterke reflecterende werking bezit om zogenaamde Cool Roofs mee te kunnen maken.

Aangezien deze eigenschappen gemeengoed zijn geworden, is het nu de tijd om de werking en de effectiviteit van deze eigenschappen onder de loep te nemen en op te nemen in het KOMO-attest en/of KOMO productcertificaat. Als verwerker van dakbedekkingsmaterialen die bepaalde prestaties claimen voor deze eigenschappen moet je ervan uit kunnen gaan dat de geclaimde prestaties ook kloppen. Hier ligt in mijn ogen een grote taak en verantwoording voor KOMO, zodat door een onafhankelijke derde partij op een gestandaardiseerde manier gecontroleerd wordt of de geclaimde prestaties ook gehaald worden. Want hoeveel fijnstof wordt er nu feitelijk uit de lucht gehaald? Hoe lang kan dit proces aanhouden? Is het geen eindig proces dat bijvoorbeeld na 3 of 4 jaar al stopt, dus lang voordat de technische levensduur van de dakbedekking zelf is verstreken? Hoe zit het met de reflecterende werking in de loop van de tijd? Er worden namelijk nogal vergaande concrete uitspraken gedaan over energiebesparing of reductie van binnentemperaturen bij toepassing van sterk reflecterende dakbedekkingsmaterialen. Na een zomer zoals we dit jaar hebben gehad, willen we allemaal wel een Cool Roof, maar dan moeten we er wel van op aankunnen dat het ook werkt en de prestaties behaald worden die men beweert te halen.

Dit zijn onderwerpen die mijns inziens zondermeer in de ­volgende editie in de BRL 1511 opgenomen moeten worden om de beoordelingsrichtlijn completer te maken en beter aan te laten sluiten bij de huidige stand der techniek.

Deel dit artikel

Andere artikelen in Roofs 2018-10

Roofs 2018-10-03 Wat is een dak?

column Bovenstaande vraag is al eerder gesteld en ook al eerder beantwoord. Maar zijn die antwoorden wel juist? Enkele weken geleden was ik betrokken bij een rechtszaak over het opsplitsen...

Door Dakweb p. 3

Roofs 2018-10-06 3000 m² natuur in de stad

Het Dak van het Jaar 2018 De binnentuin van het appartementencomplex De Fred in Amsterdam is een fraai voorbeeld van wat er zoal mogelijk is op het dak. Door een uitgekiend ontwerp is de daktuin...

Door een uitgekiend p. 6

Roofs 2018-10-13 Uitreiking Dak van het Jaar 2018

Feestavond voor de dakenbranche Op 22 maart 2019 wordt de derde editie van de feestavond voor de ­dakenbranche georganiseerd in Hotel Zuiderduin in Egmond aan Zee. Tijdens deze avond zullen in...

Door Dakweb p. 13

Roofs 2018-10-20 'De daken moeten zo snel mogelijk worden voorzien van zonnepanelen'

Aan tafel met… Roebyem Anders In deze rubriek laat Roofs markante personen van binnen en buiten de dakenbranche aan het woord. De insteek is om de visie en de persoon achter die visie voor het...

Door op afstand p. 20

Roofs 2018-10-24 In 2023 zijn alle schooldaken voorzien van zonnepanelen

Schooldakrevolutie De opzet en organisatie van de zogeheten Schooldakrevolutie heeft veel kenmerken van een ‘echte’ revolutie. Verwacht wordt dan ook, dat de doelstelling wordt gehaald, wat...

Door er geen p. 24
AI Assistent Stel je vraag

AI Assistent

Online

👋

Welkom bij de AI Assistent!

Stel me vragen over dakdekken, isolatie, materialen en meer. Ik help je graag verder!

Probeer bijvoorbeeld:

0/500 Druk op Enter om te versturen