Roofs 2022-04-52 Wat doen groene daken concreet voor de biodiversiteit?
special groene daken
We weten het allemaal: groene daken dragen bij aan meer biodiversiteit. Maar wat doen groene daken concreet voor de biodiversiteit? En hoe weten we dat? Geert Timmermans, stadsecoloog bij de gemeente Amsterdam, vertelt: “Als het groene dak is aangelegd, neemt de natuur het over. Wij monitoren wat er dan gebeurt.”
Nolanda Klunder
“In Amsterdam leven 10.000 verschillende diersoorten”, vertelt Geert Timmermans, landschapsarchitect, stadsecoloog bij de gemeente Amsterdam en auteur. Van zijn hand verschenen onder meer: Haring in het IJ, de verborgen dierenwereld van Amsterdam (1991), De Wilde stad, 100 jaar natuur van Amsterdam (2001), Vogelen in Amsterdam (2006), Atlas van de Noord-Hollandse vissen (2012), Atlas van de Noord-Hollandse zoogdieren (2014) en Het Amsterdamse Beestenboek (2015). Timmermans is ook co-auteur van het handboek Natuurinclusief bouwen en ontwerpen in 20 ideeën.
Punten voor natuurinclusief bouwen
“In het handboek Natuurinclusief bouwen behandelen we thema’s als gierzwaluwkasten, nestkasten voor vleermuizen, groene gevels en groene daken”, vertelt Timmermans. “De gemeente Amsterdam is in de tamelijk bijzondere positie dat ze eigenaar is van de grond, waardoor ze bij aanbestedingen eisen kan stellen. Die eisen gaan over zaken als de vormgeving en de prijs van het gebouw, maar er worden nu ook eisen gesteld op het gebied van natuurinclusief bouwen. Een knock-out-eis om mee te mogen doen bij een tender is dat er dertig punten gescoord worden op natuurinclusiviteit. In ons handboek staan adviezen om die punten te halen. Groendaken leveren bijvoorbeeld punten op: intensieve groendaken wat meer dan sedumdaken.”
Onderzoek naar hoe groendaken zich ontwikkelen
Een sedumdak is niet het optimale groene dak, maar het doet altijd meer dan alleen een zwart bitumendak, benadrukt Timmermans. “Ook een sedumdak draagt bij aan vermindering van hittestress. Bovendien levert het stuifmeel en nectar voor honingbijen, vlinders en allerlei kevertjes. Maar een dikker substraat is interessanter voor de biodiversiteit: hoe dikker, hoe meer verschillende plantensoorten er goed in kunnen groeien.”
De gemeente Amsterdam is betrokken bij onderzoeksproject RESILIO. Timmermans: “Daarbij doen we onder meer onderzoek naar hoe groene daken zich ontwikkelen. Ligt het groene dak er eenmaal op, dan bepaalt de natuur wat er verder gebeurt. Dat willen we monitoren: welke planten doen het goed op het dak? Welke plantensoorten waaien erop? Welke insecten, vogels en vleermuizen komen er op het dak? Wat zijn daarbij de pioniersoorten, wat volgt daarna? Daarvoor gaan onderzoekers de daken op. We doen ook mee aan een project van Naturalis, met slimme en zelflerende camera’s die insecten kunnen herkennen. Die zetten we op groene daken om te kijken welke insecten worden aangetrokken door het groen. Een andere vraag is natuurlijk of er een risico is van plaagdieren, bijvoorbeeld muggen als je poeltjes of een vijver op je dak plaatst. Dat lijkt wel te mee te vallen als je zorgt voor een goed evenwicht in de biotoop op je dak. Er moeten voldoende predatoren zijn zoals de gierzwaluw en vleermuis om de balans te behouden.”
“Je wilt het liefst verder gaan dan sedumdaken en daken voorzien van diversere vegetatie”, zegt Timmermans. “Op het Marineterrein doen we met Waternet sinds een paar jaar een proef met een groenblauw dak waarbij gekozen is voor andere planten dan sedum. Daar bleken zeldzame, bijzondere insecten op af te komen. Er is daar een oase voor deze soorten ontstaan middenin de stad. Je ziet welk effect de keuze voor een bepaalde vegetatie kan hebben. Verschillende planten trekken verschillende insecten aan. In het algemeen kan je zeggen: als het goed gaat met de insecten, dan gaat het met de rest ook goed: met dieren die insecten eten zoals vogels en met planten die voor hun bestuiving afhankelijk zijn van insecten. En als planten het goed doen, profiteren de insecten daar weer van.”
Wilde bijen
“Een dak is een extreme biotoop: regen, hitte en wind hebben er vrij spel”, zegt Timmermans. “Je wilt planten hebben die dat kunnen verdragen. Daarom zet je een groendak idealiter schraal op, met een substraat dat relatief arm is aan voedingsstoffen. Zo krijg je op het dak alleen de sterke planten die zich in die extreme biotoop goed voelen. Het beste is om te kiezen voor inheemse planten. Die doen het goed in deze omgeving en ze sluiten aan bij de omringende vegetatie, zodat het geheel één biotoop wordt.”
“We meten of het Amsterdamse beleid effect heeft. Daarbij gaat het over het aanmoedigen van groene daken, maar ook bijvoorbeeld over het feit dat er in de stad geen gif meer wordt gespoten. Sinds 2000 meten we frequent diverse indicatoren op tachtig locaties. Een indicator zijn de wilde bijen. We hebben gemeten dat er sinds 2000 meer wilde bijen én meer soorten bijen zijn gekomen, waarbij ook de bijzondere en zeldzame bijensoorten het beter zijn gaan doen. Honingbijen vliegen op alles, maar wilde bijensoorten vliegen specifiek op een bepaalde plant. De klokjesbij vliegt alleen op campanula, de grijze zandbij vliegt op de bloeiende wilg en andere bijen vliegen alleen op bijvoorbeeld kruisbloemigen.”
Hoge en lage daken
Is de hoogte waarop het groene dak zich bevindt, een factor? “Op grote hoogte heerst een extremer klimaat, met meer wind, dat kan invloed hebben op de soorten die zich er vestigen. Er zijn evenwel genoeg insecten voor wie de hoogte geen belemmering is. Bijvoorbeeld de Atalanta: die vlinder overwintert in Zuid-Europa en vliegt daarvoor de Pyreneeën of de Alpen over. Dan is de hoogte van een hooggelegen dak geen probleem. De vraag is daarbij: vestigen andere insecten zich op hogere daken dan op lagere? Dat willen we uitzoeken. The Valley zou daar een mooie locatie voor zijn. Dat is net opgeleverd, dus dan heb je een nulmeting.”
Daken bevinden zich niet alleen aan de bovenkant van een gebouw, benadrukt Timmermans: “Als je station Amsterdam Sloterdijk uit komt, sta je in een park op een dak. Voor de trams en bussen op het maaiveld moet je vanaf daar een trap af. Zo zijn er steeds meer daken waarbij je je er nauwelijks van bewust bent dat je op een dak staat. Neem het dak van de Gaasperdammertunnel. Hier wordt 20 hectare groen aangelegd, op een 80 cm dik substraat, met daaronder een intelligent systeem van waterafvoer.”
Daken op ondergrondse bouwwerken als tunnels kunnen fungeren als een gewoon park. Hoger gelegen daken zijn echter een ander verhaal. “Je kunt een park niet vervangen door een daktuin”, besluit Timmermans. “Dieren die niet vliegen, kom je niet tegen op het dak. Het enige zoogdier op een dak is een vleermuis, egels en mollen zie je er natuurlijk nooit. Hetzelfde geldt voor kruipende insecten. Een groendak kan natuur op het maaiveld dus nooit vervangen, maar wel heel mooi aanvullen.”
Deel dit artikel
Andere artikelen in Roofs 2022-04
Roofs 2022-04-03 Het mystieke gevoel
Voorwoord Als kind werd ik door mijn ouders iedere zomervakantie meegenomen de bergen in. In het begin werd ik, uiteraard met het nodige gesputter en protest, meegevoerd over steile, beboste...
Roofs 2022-04-06 The Harbour Club, Amsterdam
Dak van het Jaar 2022 Als Hans Klok in het restaurant The Harbour Club zijn magische show opvoert, heeft de magie van LEVS architecten en de uitvoerende partijen als bouwbedrijf De Nijs en...
Roofs 2022-04-12 Een prachtige feestavond met alleen maar winnaars
Dak van het Jaar 2021 Het was vrijdag 18 maart weer eens groot feest voor de dakenbranche. Ruim driehonderd gasten waren aanwezig in Hotel Zuiderduin te Egmond aan Zee om te genieten van een...
Roofs 2022-04-19 Kennis is niet alles
Veilig en gezond werken Om een goed product te kunnen maken zijn goede ingrediënten nodig. In de keuken gebruik je ingrediënten zoals groenten, vlees en kruiden en materieel zoals pannen en...
Roofs 2022-04-22 EPA-advies concreet maken met Duurzaamheidsrapport
Een Energieprestatieadvies (EPA) geeft inzicht in de bouwkundige en installatietechnische verbeteringen, die genomen kunnen worden om een gebouw energiezuiniger te maken. Voor een...