Roofs 2024-07-42 "Details doen ertoe"

Aan tafel met… Eric Pelsers

In deze rubriek laat Roofs personen van binnen en buiten de dakenbranche aan het woord. De insteek is om de visie en de persoon achter die visie voor het voetlicht te brengen.

Tekst: Nolanda Klunder

“VEBIDAK is heel gekend in de markt”, zegt Eric Pelsers, coördinator en senior bouwtechnisch adviseur bij VEBIDAK. “Daar denken we niet lichtzinnig over. We denken goed na over wat we zeggen en adviseren.”

Mooi beroep

Pelsers begon na zijn MTS Bouwkunde / Commerciële Techniek met verschillende functies in sales, bij achtereenvolgens Pierre Boels, Bude Building Materials, Jongeneel, Canam Sales en ATAB (nu IKO). “Bij Canam Sales kwam ik terecht in de wereld van het dak. Dat beviel me goed. Daarom werd ik projectmanager voor Polygum. Ik kreeg steeds meer interesse in de producten zelf: hoe kan je ze toepassen, wat kan er nog verbeterd worden? Het zijn ook gewoon mooie materialen. De geur van bitumen als het wordt aangebracht, dat vind ik een fijne geur. Ik had zo gerust tot mijn pensioen bij IKO kunnen blijven, want het was een prettige werkplek. Maar toen ik ruim zes jaar geleden de vacature bij VEBIDAK zag, maakte ik toch de overstap. Voor mij was deze baan een mooie uitdaging om kennis te verwerven en te delen. Een grote pre was dat ik ook les mag geven in de OKD-kaderopleiding, want ik sta graag voor een groep om vol passie over producten te spreken. Bij VEBIDAK zijn we een hecht, sterk team met veel energie. Ik reis heel veel en kom overal. Van daken in grote steden op vijfentwintig verdiepingen hoog, tot het dak van een villa in de bossen. Er is een enorme diversiteit in mijn taken. Met mensen omgaan en ze adviseren en begeleiden bij projecten vind ik fijn. Ik sta open voor ideeën en leer van mensen in de praktijk. Als er discussie is, komen we gezamenlijk tot een oplossing. Daar geniet ik van.”

Fijne kneepjes

Als senior bouwtechnisch adviseur wordt Pelsers bijvoorbeeld gevraagd om de oorzaak van een lekkage op te sporen of om in het kader van rechtsbijstand als deskundige de dakbedekkingswerkzaamheden te beoordelen. “Bij mijn dakinspecties kom ik werkelijk van alles tegen”, vertelt hij. “Er wordt op het dak nog te vaak niet goed genoeg nagedacht vóór of tijdens de uitvoering. Bij TECTUM worden vele vakopleidingen gegeven op verschillende niveaus. Maar helaas volgt niet iedereen een opleiding. Wie zonder opleiding het dak opgaat, heeft vaak niet de basis en de fijne kneepjes van het vak geleerd. Dan kunnen er problemen ontstaan in bijvoorbeeld de detailafwerking, zoals opstanden die niet goed aangelegd zijn. De details doen ertoe, voor een duurzaam waterdicht dak moet er gefinetuned zijn.” Daarnaast ziet hij fouten die het gevolg zijn van een gebrek aan kennis bij onder andere architecten. “Soms zijn er details getekend die in de praktijk niet zo te realiseren zijn. De dakdekker moet het dan maar waterdicht zien te krijgen. Wij raden aan om op tijd aan de bel te trekken. Vraag bijvoorbeeld van tevoren advies aan VEBIDAK. Wij kunnen adviseren of vertellen hoe het in vergelijkbare situaties is opgelost. Zo kun je fouten voorkomen.” En waar het ook wel eens mis gaat: “Elk product heeft zijn eigen verwerkingsmethode. Een goed waterdicht dak vereist ervaring met het product en het opvolgen van de verwerkingsvoorschriften van de fabrikant. Als een bedrijf gespecialiseerd is in bitumineuze dakbedekking en een keer kunststof plaatst, of andersom, kan dat tot problemen leiden: invouwen met EPDM is nu eenmaal een andere vaardigheid dan bitumen branden.”

Altijd vooruitgang

“Vroeger had je mastiek. Toen kwamen de daken met geblazen bitumen, APP, SBS , EPDM, PVC, POCB en dergelijke. Er is altijd vooruitgang”, ziet Pelsers. “De nieuwe functies van daken vragen om aangepaste producten voor de waterdichting. En nieuwe producten leiden tot nieuwe adviezen, zoals destijds bij de witte bitumineuze dakbedekkingen. Ik herinner me een situatie waarbij die was aangebracht op een dak tussen twee hogere gebouwen. Op zonnige dagen weerkaatste het witte dak het zonlicht zó fel, dat je een zonnebril moest dragen op de galerijen van de omringende gebouwen. Daarvan is geleerd dat je geen witte dakbedekking op daken naast hogere gebouwen moet gebruiken. De ontwikkelingen gaan door, je hebt nu de gespoten dakbedekkingssystemen, de twee componentensystemen: dat zijn heel interessante vernieuwingen. En een andere belangrijke vraag is hoe we meer snijafval en gebruikte dakbedekkingsmaterialen (ook isolatie) kunnen terugbrengen in het proces. Er zijn veel initiatieven voor recycling, maar de primaire grondstoffen zijn nu nog goedkoper. Hopelijk komt de tijd snel dat hergebruik beter te vermarkten is.”

Verrassend

“De branche staat nooit stil. Ooit zullen we afstappen van de fossiele dakbedekkingsmaterialen. VEBIDAK stimuleert via haar betrokkenheid bij regelgeving meer dan eens de ontwikkeling van nieuwe materialen, en zodra er nieuwe materialen zijn, zorgen wij dat we ze kennen en weten hoe we daarover kunnen adviseren”, besluit Pelsers. “Ik ben benieuwd wat er nog gaat komen.”