Roofs 2002-11-06 Op de subsidies voor PV kan je niet bouwen
ing. A. B. Berlee o T-Joint B.V.
Hendrik Gommer had zich voorgenomen om wat te doen aan het milieu. Onder het motto 'verbeter de wereld' begon hij daarom duurzame energie in zijn eigen woonomgeving te betrekken. Dat was minder eenvoudig dan het in spotjes wordt voorgespiegeld. En vooral met het laatste heeft hij nog dagelijks moeite. Temeer daar hij inmiddels gerust een uniek voorvechter van PV op daken genoemd kan worden.
In februari 2002 is Gommer in de schijnwerpers gezet als de ambassadeur van PV en daar is, gezien hetgeen hij tot op heden tot stand heeft gebracht, niets op af te dingen. Het begon in 1997, toen hij zich ongerust begon te maken over het milieu. Het toenemende energieverbruik, de ongebreidelde verkwisting van grondstoffen, de manier waarop wij in Nederland consumeren en daartegenover de zichtbare gevolgen van het broeikaseffect - dit alles deed hem besluiten dat het anders moet en dat hijzelf daar een actieve rol in moest gaan spelen. Het leek hem een goed begin om zelf een nieuwe woning te bouwen en wel op een wijze die als verantwoord beschouwd kan worden. Daartoe stak hij zijn licht op bij de diverse organisaties op dat vlak, de VIBA in 's Hertogenbosch voorop. De woonplaats werd Stavoren, dus een verhuizing van Capelle aan de IJssel naar het landelijke Friesland was het gevolg.
Van proef tot projectbureau
Houtskeletbouw, milieuverantwoorde materialen, oriëntatie op het zuiden met erker, grasdaken en PV: er bestonden en bestaan diverse systemen voor PV op het dak. Zelf wist hij niet goed welke van de systemen het beste was. Eigenlijk kon niemand hem dat vertellen. Daarom besloot hij tot het opzetten van een proef, die als project voor subsidie in aanmerking zou moeten komen. Mooi voornemen, maar een test, dat mocht naar de verordeningen niet in een bestaande woonwijk. Wel kon het gevat worden in een recreatieproject en dus, besloot Gommer, werd het van één milieuverantwoord huis een project van negen woningen. De financiering voor het project nam grotere vormen aan en ook de invulling van de proef.
Uiteindelijk werden alle leveranciers van PV aangeschreven en uitgenodigd een systeem over het volledige dak aan te bieden. Met diverse instanties, waaronder Novem, werd de proef geformuleerd. Alle mogelijke subsidiepotten werden aangesproken en benut. Met veel eigen inbreng en hulp van vrienden en leveranciers werd het project tot stand gebracht. De commisaris van de koningin in Friesland zette in 1999 de panelen in werking en nadien is het project veelvuldig in de publiciteit gekomen. Gommer overdacht zijn werkzaamheden en kwam tot de conclusie dat hij veel PV had gerealiseerd voor zichzelf - dit zou ook mogelijk moeten zijn voor anderen. Een voorbeeld is mooi, maar navolging nog mooier. De opgedane kennis zou goed verspreid kunnen worden. En dus besloot hij anderen te gaan ondersteunen met advisering hoe projecten te realiseren, onder de naam Projectbureau MegaPV.
Inmiddels noemt hij zichzelf projectontwikkelaar in zonne-energie; want het adviseren van PV en hoe daar subsidies op te verkrijgen, bleek meer voeten in de aarde te hebben. Het probleem is de vele voorwaarden waar projecten aan moeten voldoen om subsidie te krijgen, maar bovenal het veranderende karakter van de subsidies zelf. Was het ombuigen van zijn eigen project nog mogelijk, andermans projecten zijn veel minder makkelijk te vormen naar de subsidies. En als de subsidies dan ook nog eens inconsistent zijn en er tussen planfase en uitvoeringsfase jaren verschil zit dan kan gesteld worden dat het bijna onmogelijk is. Achteraf kun je zeggen dat een flexibele instelling, zoals door hemzelf betoond, bijna voorwaarde is om subsidie en dus het project gerealiseerd te krijgen. Hendrik Gommer: 'Ik heb inmiddels een aantal grote PV projecten geïnitieerd. Dan blijkt dat de beoogde subsidie gedurende het project verandert van aard.'
Maatschappelijke bijdrage
Gommer: 'Financiering is een wezenlijk onderdeel van een plan. Je kunt dan ook gerust stellen dat op het moment van subsidiewijziging de bodem onder het PV project wordt weggeslagen. Zonder subsidie gaat het simpelweg niet.' Op de vraag of een product dat zonder subsidie niet te verkopen is wel bestaansrecht heeft, reageert hij als volgt: 'De bestaande vormen van energie zijn te goedkoop. Wij betalen slechts de winning en distributie van de (fossiele) energie en betalen niet de negatieve effecten ervan. Wanneer je uitgaat van de stelling dat de vervuiler moet betalen, kun je gerust stellen dat we dat in het geheel niet doen. Sterker nog: fossiele brandstof wordt zelfs onder bepaalde omstandigheden gesubsidieerd. De vervuilende werking van fossiele brandstoffen is een maatschappelijk probleem en daarom zijn alternatieven een subsidie meer dan waard. Een subsidie is immers een maatschappelijke bijdrage.'
'Helaas worden subsidies ook politiek ingezet,' vervolgt Gommer. 'En daar gaat het, wat de Nederlandse bouw betreft, momenteel mis. Op het subsidiebeleid valt niet te bouwen. Erger nog: de politieke agenda wordt beïnvloed; daardoor komen subsidies niet terecht waar ze horen: bij de opwekkers van alternatieve energie. In Duitsland zijn de programma's daarom succesvoller dan in Nederland. Daar wordt de eigenaren van PV systemen voor een lange tijd afnamegaranties geboden, waardoor partijen zijn gaan investeren. Ook Denemarken heeft beter gescoord dan Nederland. De Denen hebben ingezet op een windmolenindustrie en niet op een kenniseconomie waar hier zo hoog van wordt opgegeven. In Nederland is veel kennis van windenergie voor handen, maar met wat al die kennis, kopen we het beste wat er is… Deense molens.'
'Ik heb me over de wijze waarop de politiek zich profileert kortgeleden ontzettend kwaad gemaakt,' vertelt Gommer. 'Een provinciale politicus van het CDA haalt de landelijke pers met het plan de afsluitdijk van zonnepanelen te gaan voorzien. Geniaal, zou je denken, en zo is het ook ontvangen. Maar een afsluitdijk volzetten met PV kost zoveel geld dat alle subsidies aan duurzame energie de kosten nog niet dekken. Het plan is financieel in het geheel niet haalbaar, en qua uitvoering uiterst discutabel. En dat van een politicus van het CDA, de partij die landelijk vrijwel alle subsidies op PV recentelijk de nek heeft omgedraaid. Dergelijke voorvallen hebben mij doen besluiten meer in de politiek te duiken om de besluitvorming beter te kunnen overzien.'
Gevoelige inverters
Van politiek naar PV is in Stavoren en kleine stap, en we besluiten buiten te gaan kijken naar de geplaatste systemen. Op vier daken zijn opbouwsystemen toegepast. Op de dakbedekking van pannen zijn railconstructies aangebracht, waarop de panelen zijn bevestigd. Het geheel staat daardoor los van de woning. Gommer vertelt: 'De woningen in het park worden door mijn vrouw en mij verhuurd en wij vragen huurders naar hun mening over PV. Eén van de vragen betreft de esthetica, en luidt simpelweg: welk systeem beoordeelt u als mooiste? Niet geheel toevallig wordt steevast het systeem op het dak van ons woonhuis als mooiste bestempeld, het PV700 systeem van Lafarge. Ook wordt bevestigd dat dit een belangrijk criterium is voor overweging van de aanschaf van een systeem op de eigen woning - al geeft de prijs meestal de doorslag.'
'In het eerste jaar was bij één systeem de dakaansluiting niet optimaal,' vertelt Gommer. 'Het water bleef in een goot staan en daardoor ontstond lekkage; bij een storm waaiden drie panelen van het dak. Inmiddels is alles weer goed in orde. Maar wat ronduit is tegengevallen, is de gevoeligheid van de inverters. Inverters zetten de gelijkstroom van de panelen om in de wisselstroom van het net. Na drie jaar is er met de meeste al wat aan de hand geweest. Omdat ik alle systemen monitor weet ik direct wanneer een systeem is uitgevallen. De inverter is in het geheel absoluut de zwakste schakel. Bij sommige systemen werd de inverter aan de buitenzijde opgehangen wat de storingsgevoeligheid alleen maar vergroot. Condens is dan de grootste boosdoener. Afgezien van het feit dat de woning wordt ontsierd, moet je dit uit technisch oogpunt vermijden. Grosso modo leveren alle systemen evenveel stroom.'
Lopende langs de woningen valt op dat op de begroeide daken ook nog eens PV panelen zijn aangebracht. En over het grasdak gesproken, vertelt Gommer: 'Ik heb gekozen voor EPDM, en daar gewoon grond op aangebracht. Na verloop van tijd begroeit het vanzelf en blijft de beplanting die bestand is tegen de extreme omstandigheden over. Zomers veel gras, maar in de winter sterft dat weer af.'
Hendrik Gommer blijft ondanks alle tegenslagen actief op het gebied van PV. Eén van de manieren waarop hij zich manifesteert, is de website www.zonnestroom.nu Daar kan men zich ook aanmelden voor een maandelijkse nieuwsbrief over zonne-energie, kritisch en onafhankelijk.
Daarnaast blijft hij projecten initiëren en begeleidt hij projecten.
Deel dit artikel
Andere artikelen in Roofs 2002-11
Roofs 2002-11-03 De bakens verzetten!
De steeds terugkerende confrontatie met dak(imago)problemen en de manier waarmee men er mee om gaat, maakt mij weinig vrolijk. Op een door velen medio november jl. bezochte bijeenkomst werd...
Roofs 2002-11-10 Welke tint grijs kan wel, en welke niet?
Op donderdag 28 november 2002 organiseerde het Adviescentrum Aanbestedingen Burgerlijke- & Utiliteitsbouw (www.acabenu.nl) uit Nieuwegein haar eerste jaarcongres in 't Spant te Bussum met als...
Roofs 2002-11-14 Branche moet eigen verantwoordelijkheid nemen
Verzekeraars, brandweerlieden, universitaire docenten en schade-experts: dit gevarieerde gezelschap had zich op 26 november 2002 verzameld in het Aluminiumcentrum in Houten voor de studiemiddag...
Roofs 2002-11-18 Vlutters kiest voor Sikaplan
De Vlutters Groep Oldenzaal die reeds bestond uit zes werkmaatschappijen, heeft er onlangs één aan toegevoegd. Na zijn indiensttreding in mei jl. werd aan Rob Staats de taak toevertrouwd het...
Roofs 2002-11-20 Aabo Trading: groothandel met dakeninzicht
Al ruim 15 jaar is Aabo Trading een vaste speler in de zo turbulente platte-dakenbranche. Het bedrijf is in 1987 opgericht en sindsdien uitgegroeid tot een organisatie met 6 filialen over het hele...