Roofs 2018-07-22 Korting geven? Prima, leuk!

Erik eN De Anderen

In deze rubriek houdt Erik Steegman ons maandelijks op de hoogte van ontwikkelingen in de dakenbranche vanuit het perspectief van NDA.

We praten niet over korting en onderhandelen niet over de laagste prijs, we maken alleen nog maar afspraken over het leveren van duurzame kwaliteit. Hoe mooi is het als dat centraal staat bij de afrondende gesprekken met de klant! Is het een utopie of wordt het werkelijkheid?

De wijze waarop RGS contracten voor het dakonderhoud met wooncorporaties tot stand komen, lijkt in dit opzicht ­ideaal. Er wordt eerst gesproken over de gewenste kwaliteit, middels een prestatiecontract, en de verantwoordelijkheid wordt ondergebracht bij het dakdekkersbedrijf. De prestatie staat centraal, niet de financiën. Over het algemeen gaat het hier echter vaak over afspraken met grotere opdracht­gevers. Bovendien heeft ook niet ieder dakdekkersbedrijf de capaciteiten in huis om op een dergelijke wijze te werken. Moet dit dan maar worden overgelaten aan de ‘grote jongens’?

MVO

Er zijn uiteraard meerdere wegen die naar Rome leiden om te komen tot een tevreden klant. Zo zijn er vanuit het MVO-perspectief ook mogelijkheden om een ­opdrachtgever te overtuigen, zonder direct over de allerlaagste prijs te ­debatteren. Men kan bijvoorbeeld samenwerken met een organisatie als Trees For All, een organisatie die zich inzet voor een beter klimaat door wereldwijd bomen te planten. Via Trees For All kan men een aanbesteding CO2-neutraal ­realiseren, doordat er bomen geplant worden, die de ­ uitstoot van het project compenseren.

In de laatste fase van een onderhandeling, waarbij één van de twee partijen nog een concessie moet doen om tot over­eenstemming te komen, kan men natuurlijk korting bieden, maar men kan ook aanbieden om voor de klant CO2 te compenseren. In plaats van te onderhandelen over die ­laatste euro’s, wordt gepraat over klimaatadaptatie en duurzaamheid.

Investeringsregelingen

Lang niet iedere opdrachtgever en opdrachtnemer is zich ervan bewust dat het gebruik van specifieke dakmaterialen en/of bevestigingsmethoden een aanzienlijk belasting­voordeel kan opleveren voor de eigenaar van het pand.

Er zijn drie investeringsregelingen waar de opdrachtgever aanspraak op kan maken, als zij hun dak willen renoveren en/of verduurzamen:

• Regeling willekeurige afschrijving milieu-investeringen (Vamil)
• Regeling Milieu-investeringsaftrek (MIA)
• De Energie-investeringsaftrek (EIA)

De MIA en de Vamil maken het investeren in milieuvriendelijke bedrijfsmiddelen extra aantrekkelijk. Daarnaast stimuleert de EIA investeringen in energiebesparende bedrijfsmiddelen en die duurzame energie ondersteunt, zoals dakisolatie.

Met de energie-investeringsaftrek kan een opdrachtgever 54,5% van zijn investeringskosten in het aanbrengen van dakisolatie aftrekken van de fiscale winst. Daardoor betaalt hij minder inkomstenbelasting of vennootschapsbelasting en bespaart hij uiteraard ook op zijn energiekosten.

Door de milieu-investeringsregeling Vamil, waar o.a. ­daktuinen onder vallen, krijgt de opdrachtgever de mogelijkheid om 75% van een investering op een willekeurig moment af te schrijven. Door af te schrijven in het jaar waarin het voor de opdrachtgever het beste uitkomt, vermindert hij zijn fiscale winst. Dankzij de MIA kan de opdrachtgever profiteren van een extra aftrekmogelijkheid van de fiscale winst; bovenop de andere fiscale aftrekmogelijkheden, zoals de willekeurige afschrijving. Hij mag 13,5%, 27% of 36% van het investerings­bedrag extra ten laste brengen op de winst over het kalender­jaar waarin het bedrijfsmiddel is aangeschaft.

Gemiddeld leveren deze regelingen de opdrachtgever een netto voordeel op van minstens 7% tot wel 9% van de directe investering op het dakbedekkingssysteem met aanvullende maatregelen. Zo heeft de opdrachtgever, met het advies van de dakdekker, weliswaar vanuit de regels van de ­belastingdienst, 9% korting gekregen!

Geen tweelaagse bitumineuze dakbedekking?

Binnen deze investeringsregelingen komen wij alleen wel een discutabel punt tegen. De regelingen gelden voor ­vegetatiedaken, waterberging op daken, dakisolatie en ­dakisolatie in combinatie met witte dakbedekking. Tevens ook op duurzame éénlaagse bitumen dakbedekking, mechanisch bevestigd, geföhnd en terugname garantie na het einde ­levensduur. Het is op zich logisch dat niet alle dakbedekkings­materialen opgenomen zijn in de milieulijst, maar moeten we echt afstappen van die betrouwbare tweelaagse bitumen dakbedekkingssystemen, vanuit een bewuste milieukeuze in het kader van minder materiaalgebruik? Het zal in ieder geval niet de eerste keuze van een dakdekker geweest zijn, al zijn er wel degelijk bitumen dakbanen op de markt, die de belofte waar kunnen maken en onder Dakmerkgarantie gerealiseerd kunnen worden.

De producenten van bitumineuze dakbedekking zijn vanwege de eindige fossiele grondstoffen in de bitumineuze dakbaan wellicht eerder gedwongen geweest om te zoeken naar duurzame oplossingen en hebben zodoende de kans gepakt om op de milieulijst 2018 te komen. Hierdoor hebben ze in dit opzicht een voorsprong op producenten van kunststof en EPDM dakbedekking.

Laten wij in de breedte als dakenbranche gemeenschappelijk een circulaire weg inslaan en dit uitdragen. Laat de overheid weten welke dakmaterialen er nog meer duurzaam ingezet kunnen worden en gun de opdrachtgever uiteindelijk ook die 9% korting!

Erik Steegman, directeur NDA