Roofs 2021-05-30 Kansen voor daklichten
Special daglicht
Daglicht wordt gerelateerd aan comfort, gezondheid en veiligheid. Toch zijn veel verblijfsruimten nog steeds verstoken van voldoende daglichttoetreding. Denk alleen al aan de logistieke dozen die steeds groter en talrijker worden. Het is daarom goed dat er steeds meer aandacht is voor daglicht in de leef- en werkomgeving. Iemand die daar zijn dagelijkse werk van heeft gemaakt is Frank Lambregts, adviseur bouwfysica bij DGMR, ‘ingenieurs en adviseurs van de toekomst’ volgens de homepage. Lambregts is sinds vorig jaar tevens bestuurslid van Dutch Daylight, een stichting die in 2004 (als Living Daylights) werd opgericht en die zich inzet om ‘daglicht de centrale plek terug te geven, welke ze in de architectuur en de gebouwde omgeving ooit had en meer dan ooit verdient’.
Hoe is Frank Lambregts beroepsmatig met daglicht betrokken geraakt?
Al tijdens mijn studie ben ik in daglicht geïnteresseerd. Het was ook mijn afstudeeronderwerp op de TU Eindhoven. Dat was een zoektocht naar een berekeningsmethode, een computerprogramma om een optimaal raamontwerp te krijgen waarbij alle factoren als energiegebruik, bezonning en lichthinder werden meegenomen. In feite een voorloper van parametrisch ontwerpen. Via Witteveen + Bos ben ik bij DGMR terecht gekomen waar ik als senior adviseur duurzame leefomgeving veel met daglicht te maken heb. Daarnaast ben ik docent verlichtingskunde bij de post-HBO opleiding bouwfysica.
En Dutch Daylight?
Paul van Bergen, collega bij DGMR, is al jaren betrokken bij de stichting, onder meer als jurylid, en heeft mij aangedragen om zitting te nemen in het bestuur. Daar heb ik enthousiast positief op geantwoord, al is het jammer dat ik wegens de Corona-maatregelen nog steeds geen lijfelijke vergadering heb mogen meemaken. Dat is ook de reden dat de tweejaarlijkse Dutch Daylight Award van 2020 nog steeds niet uitgereikt is. We zijn gewoon nog niet in de gelegenheid geweest de acht genomineerde projecten te bezoeken. Dat gaat in een busje wat lastig deze tijd. Er zijn inmiddels plannen voor een alternatief.
Daken moeten het doorgaans afleggen tegen gevels, omdat die altijd in het zicht zijn. In de hedendaagse discussie over het multifunctioneel dakgebruik staan PV, waterberging en groen op de voorgrond en ontbreekt daglicht meestal. Is dat terecht?
Nee, daglicht is een belangrijk onderdeel van het comfort in een gebouw. Het is zelfs wettelijk geregeld in de Arbowet. Vroeger was dat een kwantitatieve eis met een bepaald minimum daglichtoppervlak ten opzichte van het vloeroppervlak. Dat is jaren geleden losgelaten en daarvoor in de plaats kwam de eis dat er voldoende daglichttoetreding dient te zijn “indien dit redelijkerwijs is te realiseren”. Is er geen daglicht, dan mag daar niet langer dan twee uur aaneengesloten gewerkt worden. In de praktijk zie je overal grote dichte dozen verschijnen van de Amazons en Bol.coms. Die willen dichte dozen want dat is goedkoper, veroorzaakt minder warmtelast en is beter reguleerbaar. De werknemers binnen missen daardoor vitamine D, verliezen het dag-nachtritme en kunnen daar problemen van krijgen. Bij kantoren en woningen is dat veel beter geregeld.
En met een beetje daklicht of dakstraat kun je veel bereiken
Inderdaad, het dak is wat dat betreft veel effectiever dan ramen. Een vierkante meter in het dak geeft veel meer daglicht dan een vierkante meter in de gevel. Dat komt doordat de helderheid van de hemelkoepel in de horizon drie keer zo laag is als recht boven je. Licht dat van boven komt heeft een veel hogere intensiteit. Dat kan weer hinderlijker zijn als je dat niet kunt reguleren. Buiten varieert de lichtsterkte overdag tussen de enkele duizenden lux op een bewolkte dag en 100.000 Lux op een zonnige dag. Ter vergelijking: kunstlicht varieert van 200 tot 800 Lux. Dat zijn verlichtingsniveaus waar het menselijk oog zich verbluffend goed op kan aanpassen. Waar het om gaat is het belevingsniveau. Voor werktaken moet je wel bedacht zijn op te grote helderheidsverschillen, die tot hinder kunnen leiden. Daarom is zon- en lichtwering belangrijk en ook dat je dat zelf kunt regelen.
Maar zonwering op daklichten is lastiger dan in de gevel
En duurder. In aanschaf maar ook heeft het in de regel periodiek aandacht nodig als gevolg van vervuiling en onderhoud. Daarom wordt het volgens mij beperkt toegepast. Bij grotere atria moet je wel, maar daar kun je weer onder de hele glaskap een doek ophangen waarboven je kunt ventileren. In de jaren is de kwaliteit van het glas wat betreft zonwering en lichttoetreding overigens enorm vooruitgegaan. Zag je vroeger veel van die bronskleurige of anders getinte beglazing die weinig licht doorlieten, tegenwoordig is er veel keus in bijna kleurloze zonwerende beglazing met een hoge lichttoetredingsfactor. Architecten passen die graag toe en de markt speelt daar weer op in. Dat glas wordt nu verwerkt door fabrikanten van dakkoepels en lichtstraten, al zul je in veel gevallen toch extra zonwering nodig moeten hebben.
In 2022 gaat de NEN-EN 17037 in. Wat was de reden voor de vernieuwing, wat is het verschil met de oude NEN?
Voor het daglichtontwerp betekent de nieuwe norm, die voor de Nederlandse situatie wordt toegelicht in de NPR 2057, een sterke verbetering. In de huidige norm (Bouwbesluit) staat dat je een minimale daglichtopening nodig hebt, een kwantitatieve eis in vierkante meters die via een bepaalde berekening gerelateerd is aan het vloeroppervlak. Zo heeft een woning tien procent equivalente daglichtopening nodig. Dat zegt alleen niet zoveel of het licht altijd effectief binnen komt. De nieuwe norm gaat meer in op de kwaliteit van het daglicht. Deze kijkt echt naar lichtniveaus uitgedrukt in een daglichtfactor die de verhouding is tussen de lichtsterkte binnen en buiten. In de norm gaat het niet alleen meer over de hoeveelheid daglicht die binnenkomt, maar ook over lichthinder, bezonning, overmatige verhitting en uitzicht. Voor daklichten biedt dat kansen. De lichtopbrengst van openingen in daken is veel groter dan in de gevel, dus kun je met een kleine opening al veel bereiken. Je kunt in het totale plaatje meer sturen op het dak, dat met de nieuwe norm beter tot zijn recht komt. Als je diepe vertrekken hebt of als je het in de gevel niet kunt oplossen, kun je daklichten goed gebruiken – al zijn de mogelijkheden voor gestapelde bouw beperkt. Maar ik heb al tubes gezien die door meerdere lagen licht kunnen doorgeven. Zoals ik zei: de markt zit niet stil.
Deel dit artikel
Andere artikelen in Roofs 2021-05
Roofs 2021-05-03 Lichtpuntjes
Voorwoord Nu het vaccinatieprogramma op stoom is gekomen, kunnen we weer wat licht zien aan het einde van de lange, aardedonkere Corona-tunnel. Een tunnel die heel verschillend heeft uitgepakt...
Roofs 2021-05-06 Little C: dorp met vijftien torens op een parkeerdak
Dak van het Jaar 2021 Little C heet het woonwerkcomplex nabij de Rotterdamse Coolhaven. En het heeft ook iets weg van een klein dorp. Op een braakliggend kavel van tien hectare zijn door ERA...
Roofs 2021-05-12 Zonnedaken of zonneparken
Erik eN De Anderen Vanuit het dakdekkersbedrijf wordt momenteel oogluikend toegezien op de werkzaamheden van de zonnepanelensector op met name het platte dak. Er zijn inmiddels vele meters...
Roofs 2021-05-19 Vallen
veilig en gezond werken Vallen is een Engelse jongensnaam. Het staat voor sterk. Vallen is in Zweden een oud dorp, het wordt voor het eerst genoemd in 1543. Wikipedia zegt dat vallen een...
Roofs 2021-05-21 Afscheid van een bevlogen mens
In Memoriam Jaap van der Graaf Op 4 maart is Jaap van der Graaf, CEO van Eurofast, producent van bevestigingsmaterialen van plat dak en dak en wand, geheel onverwacht op 61-jarige leeftijd...