Roofs 2023-09-03 Goede zaken op daken

voorwoord

Er komen positieve berichten uit de markt. Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) meldt dat de bouw­nijverheid tussen het tweede kwartaal van 2021 en hetzelfde kwartaal van 2023 met 6,7 procent toenam. Daarmee was de groei sterker dan de groei van de ­Nederlandse economie, die 5,2 procent groeide. ­Ondanks de hoge materiaalprijzen en de krappe ­arbeidsmarkt presteerde de bouw relatief goed. Dit meldt het CBS in het artikel ‘De Nederlandse bouw­nijverheid in onzekere tijden 2019-2023’.

Binnen de bouw behaalde de gespecialiseerde bouw in 2022 de sterkste groei. Vooral bouwinstallatiebedrijven zagen hun omzet sterk groeien. In 2022 was de omzet van de bouwinstallatiebranche ruim 14 procent hoger dan een jaar eerder. De omzet van de bouwinstallatiebranche was in het tweede kwartaal van 2023 bijna 17 procent hoger dan in hetzelfde kwartaal van 2022. Dit komt onder andere door hogere prijzen en de toe­genomen vraag naar werkzaamheden in deze branche; er is meer aandacht voor verduurzamen en energie­besparing.

Naast de problematiek rondom stikstof en PFAS waren de belangrijkste uitdagingen in deze periode de hoge bouwkosten en een historisch tekort aan personeel. In 2021 en 2022 hadden de uitdagingen vooral te maken met een oververhitte economie. De wil om te bouwen was er wel, maar de tekorten waren er op het vlak van materieel en personeel. In 2023 hebben bouwondernemers steeds meer te maken met een wegvallende vraag, minder verleende vergunningen en terughoudende projectontwikkelaars.

Maar ook daar gloort er wellicht hoop. Als het niet lukt in de grote steden te bouwen, dan in kleine kernen. Veel kleine woningbouwprojecten aan de randen van kleine gemeenten bieden wellicht uitkomst. Na een eerdere verkenning van mogelijkheden voor kleine groene locaties in de provincie Noord-Holland vanuit kaartbeelden, zijn in een studie van het economisch Instituut voor de Bouwnijverheid EIB uit gesprekken met 23 gemeenten in de provincie Noord-Holland de volgende conclusies getrokken:

• Als je afgaat op de kaarten van het gebied, is geconstateerd dat ruim 300.000 woningen zouden kunnen worden ontwikkeld op een groot aantal kleine locaties. De locaties sluiten aan op de bestaande bebouwing, en laten ook nog ruimte voor 50 procent groen.

• Door de praktijktoets zijn aanvullende restricties in beeld gekomen die het ruimtelijk potentieel met slechts ongeveer een kwart doen teruglopen. Het aantal woningen dat ruimtelijk gerealiseerd kan worden, loopt dan terug van ruim 300.000 tot 220.000. Dit volgt uit de praktijktoets middels de gesprekken met de betrokken wethouders en ambtenaren in de gemeenten.

• Een stelregel is dat de woningbouwopgave leidend is.

De totale woningbouwopgave tot 2030 voor de provincie Noord-Holland is 180.000 woningen. Het ruimtelijk potentieel van 220.000 woningen via kleine groene locaties gaat hier bovenuit!

Dat was alleen nog een studie in één van onze provincies. Wie weet wat dit betekent voor heel Nederland! Daarmee wens ik u goede DAKEN & ZAKEN. ■

Ronald van Bochove