Roofs 2023-09-14 Bevestiging van isolatie: Opletten loont

vebidak

Tijdens uitvoeringsinspecties door de afdeling Technische Zaken van VEBIDAK worden, naast de condities van de ondergrond, de diverse onderdelen van de dakbedekkingsconstructie beoordeeld. Het betreft de kwaliteit van de materialen én de vakbekwaamheid van de uit­voering van de dampremmende laag, de isolatie en natuurlijk het dakbedekkingssysteem, inclusief alle dakdetails.

Arie L’Amie, bouwtechnisch adviseur VEBIDAK

In dit artikel kijken we naar de verwerkingsrichtlijnen/-eisen van de meest gebruikte isolatiematerialen (MWR, EPS en PIR), toegepast in een dakbedekkingsconstructie met een mechanisch bevestigd dakbedekkingssysteem. Tijdens de dakinspecties ziet VEBIDAK soms isolatieplaten die niet op een juiste wijze zijn of worden aangebracht. Dit komt meestal door onwetendheid van de dakdekker, waarbij herstel leidt tot stagnatie van het werk en extra kosten voor het dak­bedekkingsbedrijf. Gelukkig kan dit op een eenvoudige wijze worden voorkomen.

MWR isolatie

Het leggen van platen minerale wol isolatie (steenwol) leidt nauwelijks tot problemen. Natuurlijk is het gewicht van deze isolatie hoog in vergelijking tot kunststofschuimen, maar de bevestiging van de platen kent weinig risico’s. De MWR isolatieplaten moeten bij alle mechanisch bevestigde dakbedekkingssystemen worden voorzien van minimaal één werkparker. Hierna kan het dakbedekkingssysteem worden aangebracht en bevestigd conform de windbelastingsberekening en de verwerkingsrichtlijnen van de producent/leverancier.

EPS isolatie

Geëxpandeerde polystyreen isolatie heeft ten aanzien van de verlegging het nadeel dat het erg licht van gewicht is. Bij het leggen van deze isolatie in een losliggend geballast dakbedekkingssysteem moet hier rekening mee worden gehouden, zeker als de dikte van de isolatie beperkt is. Indien mogelijk kan er na het leggen van bijvoorbeeld 5 rijen isolatieplaten een rij met één werkparker per plaat worden aangebracht om te voorkomen dat de isolatieplaten ver­schuiven tijdens de werkzaamheden. Om te voorkomen dat de isolatieplaten tijdens de werkzaamheden opwaaien bij harde wind, is het raadzaam om de platen tijdelijk te ballasten met bijvoorbeeld steigerdelen of iets dergelijks.

Bij mechanisch bevestigde dakbedekkingssystemen moeten alle isolatieplaten worden voorzien van minimaal één werkbevestiger, ook de gezaagde isolatieplaten. Ook hier kan daarna het dakbedekkingssysteem worden aangebracht en bevestigd conform de windbelastingsberekening en de verwerkingsrichtlijnen van de producent/leverancier.

PIR isolatie

Polyisocyanuraat isolatie kan worden toegepast in losliggende, mechanisch bevestigde en gekleefde dakbedekkingsconstructies. Echter, bij de verschillende bevestigingsmethoden zijn er belangrijke verwerkingsvoorschriften voor het dakbedekkingsbedrijf. Wanneer PIR isolatie wordt toegepast in een losliggend geballast dakbedekkingssysteem, dient de ballastlaag direct na het aanbrengen van het dakbedekkingssysteem te worden aangebracht. Kan dit niet, dan dienen er maatregelen te worden getroffen om te voorkomen dat de isolatieplaten vervormen onder invloed van temperatuur en/of vocht.

Bij de toepassing van een mechanisch bevestigd dakbedekkingssysteem moet vervorming (schotelen) óók worden voorkomen. Daarom dient elke isolatieplaat te worden voorzien van hulpbevestigers (additioneel bevestigingspatroon per isolatieplaat). Bij platen met een afmeting van 600 x 1200 mm of 1200 x 1200 mm zijn het vier stuks per plaat. Bij een plaatafmeting van 1200 x 2400 mm moeten zes hulpbevestigers per isolatieplaat worden toegepast. Deze hulpbevestigers moeten altijd minimaal 100 mm vanaf de plaatranden worden geplaatst. Hierna kan het dakbedekkingssysteem worden aangebracht. Belangrijk om te weten is dat ook bij het toepassen van een tweelaags mechanisch bevestigd dakbedekkingssysteem (bijvoorbeeld 460 P 60 en 470 K 14) hulpbevestigers, zoals hierboven genoemd moeten worden toegepast.

Algemeen

Wanneer isolatiematerialen worden verwerkt in een dakbedekkingsconstructie met een volledig of partieel gekleefd dakbedekkingssysteem, waarbij de isolatie mechanisch wordt bevestigd, zullen de isolatieplaten conform een windbelastingsberekening moeten worden bevestigd, conform een door de producent/leverancier voorgeschreven bevestigingspatroon per isolatieplaat. Alle bevestigers moeten worden toegepast met een drukverdeelplaat, met al dan niet verdiepte schacht, met een afmeting van minimaal Ø 70 mm of 70 x 70 mm.

Resumé

Het toepassen van de juiste bevestigingspatronen voorkomt dat er discussies ontstaan of de dakbedekkingsconstructie wel op een correcte wijze is aangebracht. Vooral bij PIR-isolatie is het van wezenlijk belang dat de patronen correct worden aangebracht. Bij meerdere projecten hebben verkeerde bevestigingspatronen en onjuiste plaatsingen van werk- en hulpbevestigers helaas geleid tot grootschalige reparaties en zelfs vervanging van de isolatie en het dakbedekkingssysteem. U kunt zich voorstellen welke kosten hiermee gemoeid gaan.

Neem bij twijfel hoe te bevestigen gerust contact op met de afdeling Technische Zaken van VEBIDAK.