Roofs 2004-03-14 Hoe te komen tot een veilig dak
Aboma+Keboma heeft onder de titel ‘Valgevaar op platte daken’ een boekje uitgebracht waarin wordt ingegaan op de vragen die leven op het gebied van veiligheid op platte daken. In vier hoofdstukken zijn de meest voorkomende vragen gecategoriseerd en beantwoord. De bijlage, een model van een dak RI&E, maakt het werk compleet, inclusief een antwoord op de vraag wie die moet invullen. In dit stuk wordt kort het boekje besproken, als ook aangegeven hoe te komen tot een eenvoudig advies aan de hand van een RI&E.
• ing. A.B. Berlee, T-Joint BV
Tijdens de laatste Nationale Dakendag is het boekje genoemd en na het te hebben doorgenomen ontstaat het gevoel op het gebied van de regelgeving helemaal bij te zijn. Voor de volledigheid zet ik alle relevante zaken op een rijtje. De discussie over hoogte van het dakvlak laat ik hierbij achterwege. Het valt te hopen dat partijen kiezen voor een werkbare basis, in plaats van de huidige 2,5 meter waardoor bergingen en schuurtjes van veiligheidsvoorzieningen moeten worden voorzien. Een van de eerste vragen die wordt beantwoord, is wie de RI&E mag opstellen. Iemand met verstand van zaken, wordt gesteld, en het kennen van de regels is met het lezen van het boekje al aardig ingevuld. Kennis van veiligheid is een pré, alsmede onafhankelijkheid. Wie alle voorzieningen moet betalen kijkt anders naar een dak dan iemand die het droog opstelt.
Frequentie van dakbezoek
De eerste ‘nieuwe’ aanwijzing is het benoemen van wat onder incidentele werkzaamheden van korte duur wordt verstaan. Dit is een aanwijzing die aangeeft waar de grens ligt tussen persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM’s) en collectieve. Het verschil dus tussen aangelijnd werken of achter hekken werken. De status van het boekje is niet bekend, evenmin staat er op dit punt een verwijzing aangegeven. Omdat het zo logisch is, zou verwacht mogen worden dat de beschrijving als regel kan gelden. Onder incidentele werkzaamheden van korte duur worden werkzaamheden verstaan, die jaarlijks hooguit enkele malen worden verricht en die per keer niet langer duren dan ongeveer één dag met maximaal twee personen. ‘Enkele malen’ is de slag om de arm die aangeeft dat het registreren van dakbezoek van korte duur geld kan kosten. Een gebouweigenaar zou om deze reden er voor kunnen kiezen zijn werkzaamheden op daken te concentreren, uit te besteden aan één of enkele partijen in plaats van vele. Aan het dak is af te lezen hoe vaak een dak bezocht wordt en door welke partijen. Voor onderhoud aan de afvoeren moet het dak minimaal één maal per jaar worden bezocht en in een vervuilende omgeving vaker. Bij het schoonmaken kan gelijk het dak worden gecontroleerd. Schoorstenen kunnen jaarlijks worden geïnspecteerd, rookgasdoorvoeren, airco-units, klimaatkasten, proefopstellingen etc. Allemaal aanwijzingen voor het aantal malen en de partijen die het dak geregeld bezoeken. Niet alle bezoeken behoeven risicovol te zijn. Er is een zone op het dak waar geen voorzieningen voor hoeven te worden getroffen: de veilige zone.
Vaststelling veilige zone
Vier meter van de dakrand wordt het risico op van het dak vallen zo klein geacht, dat geen beveiliging noodzakelijk is. Han Knegt pleitte op de Dakendag al voor een zone van 2 meter van de rand, omdat niemand de 4 meter gevoelsmatig als de grens van gevaarlijk erkent. Op dit punt kom ik nog terug. Alle werkzaamheden die in de veilige zone kunnen worden uitgevoerd, tellen niet voor de vaststelling van de frequentie. De veilige zone moet daartoe wel gemarkeerd zijn door belijning of een tegelpad. Op de meeste daken kan daarom voor kortdurende werkzaamheden worden volstaan met aanlijnen. De volgende vraag is dan: hoe aan te lijnen. Er zijn verschillende systemen, maar vooral verschillende uitvoeringen van veiligheidsmaatregelen op de markt, wat de keuze lastig maakt. De veilige zone, het bereiken ervan en de mogelijkheid om gezekerd de ‘onveilige zone’ te betreden, bepalen de keuze van uitvoering. Na bepaling van de veilige zone moet de vraag gesteld worden hoe op het dak en in de veilige zone te komen.
Toegang tot het dak
Het dak van 10 meter hoog mag officieel nog met een ladder worden betreden, maar in de publicatie wordt al aangegeven dat de benodigde ladder te zwaar is voor twee personen; waardoor de regels tegenstrijdig zijn. Wanneer gekozen wordt voor een ladder dan is een goede opstelplaats en ladderborging noodzaak. Beter dan een ladder is een deur of anders een dakluik of lichtkoepel. Wanneer deze toegang op een afstand van minder dan 2 meter van de dakrand gelegen is, dan moet een hekwerk tussen de toegang en de dakrand worden geplaatst. Dat komt vaker voor dan op het eerste gezicht gedacht kan worden. Galerijflats hebben een dakluik in het trappenhuis of op de galerij. Het trappenhuis is niet zelden aan de buitengevel gelegen en het galerijluik komt op een afstand van minder dan een meter van de dakrand uit op het dak. In het geval van minder dan 4 meter afstand moet overigens een fysieke markering worden aangebracht. Eenmaal op het dak moet vanaf de toegang op een verantwoorde wijze de ‘veilige zone’ bereikt kunnen worden middels een looproute. Dit geldt uiteraard ook voor het verlaten van het dak. Tot zover niets nieuws onder de zon, maar voor de bepaling van de uiteindelijke voorziening wel noodzakelijk.
Zijn de frequentie van werkzaamheden in de ‘onveilige zone’, de ‘veilige zone’ en de toegang tot het dak bekend, dan kan de juiste voorziening worden gekozen. Aan de hand van 4 voorbeelden, van eenvoudig naar complex, een verduidelijking in toepassing en uitwerking.
Voorbeeld 1
Dak rechthoekig 5 meter hoog, groot 20 x 30 meter met alleen de hemelwaterafvoeren buiten ‘de veilige zone’. Volstaan kan worden met een toegang tot het dak voor de ladder en 6 dakankers waartussen een tijdelijke lijn kan worden gespannen door de dakgebruiker en een markering van de ‘veilige zone’. Vanuit de ‘veilige zone’ kan de dakgebruiker een lijn spannen tussen de ankers waaraan hij een lijn aanpikt als gebiedsbegrenzer. Het idee daarachter is dat de vallijn die met het harnas verbonden is, de dakgebruiker begrenst tot de dakrand zodat er niet gevallen kan worden. Dat scheelt vele dakankers en dus kosten.
Voorbeeld 2
Dak hoekig, 12 meter hoog, groot 60 x 12 en uitlopers, de toegang tot het dak is een deur nabij de dakrand en de bezoekfrequentie is minder dan 4 maal per jaar. Hier zijn dakankers nodig, als in voorbeeld 1 voor het grote deel van het dak. Voor de uitlopers moeten rails of kabels worden aangebracht, omdat er niet verantwoord een tijdelijke lijn gespannen kan worden. Voor het aanbrengen van de tijdelijke lijn is de dakgebruiker immers niet gezekerd. Om de toegang tot het dak aan de regels te doen laten voldoen is een hek langs de rand noodzakelijk.
Voorbeeld 3
Rechthoekig dak op 15 meter hoogte. De bezoekfrequentie bedraagt 12 maal per jaar en het dak is via een dakluik op 3 meter van de dakrand te benaderen. De beste oplossing hier is een hek op 2 meter van de dakrand. Dit vergroot de veilige zone zodanig, dat slechts voor onderhoud aan de afvoeren aangelijnd hoeft te worden. De ‘veilige zone’is op te rekken waardoor het geheel veiliger wordt. Of de dakeigenaar dit toelaat is een ander verhaal. Een hekwerk op 15 meter hoogte en 2 meter van de dakrand is vanaf de straat niet te zien. Maar voor de bewoners van een tegenovergelegen flat kan het geheel wel eens minder vanzelfsprekend zijn. Tegengestelde belangen kunnen hier spelen. Of een rail dan uitsluiting biedt, is niet gezegd omdat de frequentie te hoog is.
Voorbeeld 4
Tot slot een hoekig dak met vele inhammen. Wat geldt nu als dakrand? Wanneer we de veilige zone consequent terugleggen, dan biedt alleen een vaste rail uitkomst. Je loopt als dakgebruiker anders wel heel makkelijk van ‘onveilig’ naar ‘veilig’, waardoor wel erg lastig aan de regels kan worden voldaan. Hier biedt de 2 meter enige verlichting. Door de lijn op 2 meter afstand van de dakrand te leggen en gebruik te maken van een instelbare lijn als gebiedsbegrenzer, is er met logica een praktische invulling te geven. Omdat het niet aan de letter van de regels voldoet, zal de keuze gemotiveerd moeten zijn om het acceptabel te maken.
Het kiezen tussen een tijdelijke lijn, een enkel ankerpunt, een rail of kabel dan wel een hekwerk is afhankelijk van het gewenste comfort en het aantal mensen dat tegelijkertijd op het dak werkt. Bij meerdere mensen is een permanent hekwerk als vanzelf de beste keuze. Dat is waar het onderhoud betreft zelden het geval. Twee mensen tegelijk laten werken maakt een keuze voor een kabel of rail logisch. Bij het benaderen van een onveilige zone is een kabel of rail noodzakelijk. Voor het overige kan volstaan worden met ankerpunten en een tijdelijke leeflijn.
Samenvattend
• Stel de ‘veilige zone’ vast en markeer die middels belijning of tegels.
• Bepaal de frequentie van het aantal dakbezoeken buiten de veilige zone.
• Bepaal of vanaf de toegang tot het dak de ‘veilige zone’ verantwoord bereikt kan worden.
• Bepaal of alle delen van het dak vanuit de ‘veilige zone’ verantwoord bereikt kunnen worden. Indien dat niet het geval is, kies dan voor een vaste rail of kabel op dat deel van het dak waar de dakgebruiker geen tijdelijke voorziening kan aanbrengen.
Deel dit artikel
Andere artikelen in Roofs 2004-03
Roofs 2004-03-03 Frustratie
De wetgeving loopt altijd achter op de praktijk. Dit gegeven brengt met zich mee dat er in de dagelijkse praktijk altijd zaken zijn die niet geregeld zijn - waar we zo goed en zo kwaad als mogelijk...
Roofs 2004-03-06 Een platform voor de dakenbranche
De Dakontmoetingsdagen 2004, die op 17, 18 en 19 februari werden gehouden in de Brabanthallen in ’s-Hertogenbosch, zijn succesvol verlopen. Standhouders en bezoekers toonden zich aan het einde van...
Roofs 2004-03-10 KOMO: kwaliteitskeurmerk sluit aan op de bouwpraktijk
De Stuurgroep KOMO van de Stichting Bouwkwaliteit (SBK) is in januari 2004 een promotiecampagne gestart onder het motto ‘KOMO. Maatgevend voor de bouw’. Het doel van deze campagne is de voordelen...
Roofs 2004-03-20 Zink creëert bijzondere effecten
De toepassingen van titaanzink in de bouw zijn legio; die in hemelwaterafvoersystemen en als dak- en gevelbekleding zijn daarvan de belangrijkste. Bij veel projecten zijn met het materiaal...
Roofs 2004-03-24 Energiewinning uit daken
• Hans Mey Energiewinning uit daken houdt in dat het dakoppervlak wordt uitgerust als een zonnecollector. Echter anders dan op de gebruikelijke manier, wordt bij een Energiedak® gebruik gemaakt...