Roofs 2003-11-16 Durf nee te zeggen
Traditioneel is de Nationale Dakendag, dit jaar gehouden op 19 november 2003 in
Utrecht, een bijeenkomst waar diverse problemen van de branche worden besproken. Voor veel problemen lijkt echter één en dezelfde oplossing afdoende: de dakdekker moet zich minder afhankelijk opstellen, en eens wat vaker nee durven zeggen.
De zesde editie van de Nationale Dakendag bood veel vertrouwde ingrediënten: bekende gezichten, een Informatieplein met diverse stands en lezingen over controversiële onderwerpen. Ook waren er nieuwe elementen: camera’s in de zaal, een ‘Dakjournaal’, een debat en een discussieronde. De ochtendlezingen werden stuk voor stuk afgesloten met een gesprek met ochtendvoorzitter Nico Hendriks (BDA), waarbij de bezoekers in de gelegenheid werden gesteld de spreker vragen te stellen. De ochtendvoorzitter zat daarin duidelijk in zijn bankelement.
Het veelomvattende thema van de ochtend (‘daken bedenken, maken, gebruiken en beoordelen.’) kwam niet uit de verf. De lezingen bleven steken in verwijzingen naar hoe het zou moeten: partnership, consulteren van de dakdekker, uitvoerbaarheid bespreken, etc. Dat bleek ook uit het aantal problemen dat ter sprake kwam. Diverse verwerkingsproblemen passeerden de revue. Het was dan ook jammer dat niet aan werd gegeven hoe partnership of iets dergelijks tot stand is te brengen. Het bleef bij suggesties.
Centrale rol opdrachtgever
De kern van de meeste problemen ligt in het voortraject, zo stelde ochtendvoorzitter Nico Hendriks. De opdrachtgever heeft een cruciale rol in het bouwproces; maar in de meeste gevallen maakt hij te weinig gebruik van zijn invloed. Zo wordt de dakdekker (volgens Hendriks uit wantrouwen voor de prijsvorming) in een te laat stadium van het bouwproces ingeschakeld waardoor hij vaak voor problemen komt te staan. Problemen, die hij in een eerder stadium had kunnen voorkomen. Hendriks pleitte daarom voor de inzet van een onafhankelijke kostendeskundige, die het vertrouwen van de opdrachtgever in de dakdekker moet waarborgen.
Ook volgens Marc Evers, directeur van Mastum Daksystemen B.V., hangt veel af van het vertrouwen van de opdrachtgever. Deze kan volgens hem echter alleen gewonnen worden, als hij kiest voor een totaalpakket: vaste bouwpartijen en totale daksystemen. Dat is echter nog lang niet de praktijk; de verschillende bouwpartijen opereren volgens Evers nog teveel op eigen houtje, en iedereen streeft het eigen commerciële belang na. Zo zoeken dakdekkers geen contact met de bestekschrijver waar leveranciers dat wel doen. De dakdekker moet, aldus Evers, contact zoeken met de bestekschrijver, om te voorkomen dat er bijvoorbeeld door de leverancier een daksysteem wordt voorgeschreven dat eigenlijk helemaal niet kan.
De markt zou volgens Evers meer moeten vertrouwen op de know how van de dakdekker – inclusief de dakdekker zelf. Op het moment stelt deze zich (als onderaannemer) te afhankelijk op. Hij voert te vaak werk uit, waarvan hij eigenlijk wel weet dat het niet goed zit, uit angst de opdracht kwijt te raken. ‘Zeg eens wat vaker nee,’ maande Evers de dakdekkers onder zijn toehoorders. ‘De problemen achteraf veroorzaken juist een hoop ellende en leveren hoge kosten en imagoverlies op. De dakdekker heeft in het bouwproces een eigen verantwoordelijkheid en moet deze ook nemen, en ophouden met naar anderen te wijzen. Op de langere termijn verdient de dakdekker het vertrouwen van de opdrachtgever, juist door een principiëlere houding.’
Veilig op het dak?
De middag stond in het teken van veilig werken op het dak. Er was gekozen voor een debatvorm, maar helaas bleef het bij de als inleiding bedoelde voordrachten van de debaters. Uitstekende voordrachten overigens, die het bezoek aan de Dakendag de moeite waard maakten. ‘De regelgeving rond veilig werken op daken is over het algemeen redelijk goed geregeld,’ stelde middagvoorzitter Paul Verkaik van BDA Dak- en Gevelopleidingen. De discussie over verplichte valbeveiliging voor werkzaamheden op 2,5 meter of hoger is voorbij: de regels zijn uitgangspunten geworden en worden gehandhaafd. De Arbeidsinspectie houdt de dakenbranche, o.a. met twee grootscheepse inspectieronden in het afgelopen half jaar, nauwlettend in de gaten. Dit vanuit de redenatie dat waar de gevaren zich voordoen, deze het beste voorkomen kunnen worden. Het is daarom geen overbodige luxe na te gaan waar de problemen liggen voor de dakdekker.
Johan ter Weele van Elro Dakbedekking schetste op fraaie wijze de verantwoordelijkheid van de werkgever. Zijn praktijkvoorbeeld ‘Brand’, met alle emoties zoals hij die heeft ervaren, bracht de zaal in een zodanige stemming, dat niemand de noodzaak van veiligheid kon betwisten. De invulling van veiligheid liet hij over aan Han Knegt van Aboma+Keboma (dat recent de brochure ‘Valgevaar op platte daken’ publiceerde).
Knegt opperde een aantal praktische aanpassingen in de regelgeving, zoals het verkleinen van de veiligheidszone op het dak naar 2 meter van de dakrand. Het psychologische effect dat hiervan uitgaat, zou gunstig werken, en ook de pendulewerking (bij lijnbeveiliging) zou kleiner zijn. Ook stelde hij dat alles staat of valt met de consequentheid waarmee de regels worden nageleefd en de veiligheid in acht wordt genomen. Met andere woorden: bij onveilige situaties zou de dakdekker moeten weigeren het werk uit te voeren. Verder heeft hij de plicht eventuele misstanden te melden bij de Arbeidsinspectie. Een wenselijke situatie zou zijn, dat de veiligheidsmaatregelen al in het ontwerp en de begroting worden opgenomen, en dat de dakdekker bij de besluitvorming daarover wordt betrokken.
D.P. de Vries van advocaten- en notarissenbureau Bierman, Aitton en Waiboer sloot af met een juridische uiteenzetting over in hoeverre de werkgever aansprakelijk kan worden gesteld door een ongeluk van een werknemer. Een aansprakelijkheid die een opdrachtgever niet kan verleggen. Hij stelde eveneens dat een eventuele verandering van wetgeving jaren zal duren en niet waarschijnlijk is. Een juridische dekking in een convenant zou te zacht zijn om de zaken goed te regelen omdat het slechts een stelsel van afspraken betreft.
Het kwam dus niet tot een debat, waardoor de bezoekers het moesten doen met een discussie á la Barend & Van Dorp, waar alleen aan deel te nemen was door ook aan tafel aan te schuiven. De discussie werd onder leiding van Leonie Sazias voortgezet. Het werd een gesprek waar iedereen naar mocht kijken en dat slechts op één punt leek te komen tot een discussie. Peter van Leeuwen, directeur van J.de Kluyver Dakbedekking uit Rhoon, stelde dat de uitvoerbaarheid van veilig werken als voorgesteld niet te handhaven is. Ook stelde hij dat het continu handhaven van de veiligheidsvoorzieningen niet werkbaar is. Hij noemde voorbeelden van werken met een dakrandbeveiliging. Werken volgens de voorschriften leidt met de beschikbare voorzieningen tot schijnveiligheid, aldus Van Leeuwen. Hij pleitte voor een ‘rijbewijs’ voor dakdekkers, omdat het werken op een plat dak niet onveilig is. Het rijden ernaar toe is onveiliger; maar dat is een algemeen aanvaard risico.
Cees Woortman van Vebidak stelde dat werken op hoogte als onveilig wordt bestempeld en dat dit standpunt niet meer aan de orde is. Wel stelde hij dat er onduidelijkheid is waar het de omvang van het werk betreft, zoals bij dakkapellen, inspecties en onderhoud. Teveel vasthouden aan collectieve beveiliging (hekwerk) zou meer ter discussie moeten komen. Dit standpunt is opmerkelijk, omdat hij eerder had aangegeven dat het A-blad als werkbare basis dient.
Afsluitend
De dag werd afgesloten met de traditionele borrel, waar een ieder na een half uur ‘discussie’ ook duidelijk naar smachtte. De opzet van de dag was een verademing, vergeleken met voorgaande edities. Helaas kwamen alleen de vragenronde na iedere lezing en het Dakjournaal echt uit de verf. Dat het veiligheidsdebat niet heeft plaatsgevonden, was werkelijk heel jammer omdat de aanzet en de debaters goed gekozen en inhoudelijk sterk waren. De aansluitende discussieronde werkte niet, omdat er eigenlijk slechts één spraakmakende spreker was. Het was in de discussie bovendien de enige dakdekker die vanuit zijn dagelijkse praktijk sprak.
De Nationale Dakendag is echt weer een dag door en voor de dakenbranche. Opdrachtgevers en architecten waren er vrijwel niet. Met het oog op meer dialoog verdient de opzet een vervolg en een nadere uitwerking. Want dat er veel besproken kan worden, bewees deze dag wel. En dan gewoon weer gericht op de bezoekers: dakdekkers, leveranciers en overige.
Deel dit artikel
Andere artikelen in Roofs 2003-11
Roofs 2003-11-03 Verzekeren
Laatst hebben wij in Praag een bijeenkomst met vakgenoten gehouden - vakgenoten die geregeld hebben geschreven in Roofs. Een verblijf in een culturele omgeving om de geest te rijpen voor te...
Roofs 2003-11-06 Een nieuw begin op verzoek van de branche
De Dakontmoetingsdagen komen eraan. Reden om in een artikel extra aandacht te schenken aan het initiatief van de uitgever van dit blad, de heer Dirk Lindeman. In het gesprek wordt aangegeven wat er...
Roofs 2003-11-08 BIBO, één block veiligheid
Op de Nationale Dakendag, een podium waar veiligheid prominent op de agenda stond, introduceerde Zoontjens Beton B.V. uit Tilburg een compleet nieuw concept voor veiligheid op bestaande daken:...
Roofs 2003-11-12 Flexibele polyolefinen sneller te verwerken
• Menno van Leeuwen, Aabo Trading Dakbanen op basis van flexibele polyolefine zijn in opkomst; niet alleen ten opzichte van andere kunststof folies, maar ook ten opzichte van bitumineuze...
Roofs 2003-11-14 Tegen de ‘elektro-smog’
De technische vooruitgang heeft zijn keerzijden. Deze keerzijden stimuleren op hun beurt weer nieuwe vooruitgang. Een treffend staaltje hiervan wordt geïllustreerd door de Duitse fabrikant voor...