Roofs 2000-08-24 ECB dakbanen dragen bij aan een goed ecologisch evenwicht

Verantwoordelijk omgaan met natuurlijke hulpbronnen wordt een belangrijke uitdaging voor de komende jaren. Ook in de dakenbranche is dit een heet hangijzer. Steeds meer producten worden milieuvriendelijker. Ook ECB kunststofdakbanen dragen bij aan een goed ecologisch evenwicht.

Een beter milieu begint ook bij de dakenbranche. Net als ieder ander draagt ook ECB dakbaanproducent Kóster Benelux een steentje bij. "Tot de oudst bekende type kunststofdakbanen behoren ECB dak- en dichtingsbanen , gefabriceerd uit Lubocit", zegt Ton Versluis van Kóster Benelux. "Deze worden al ruim 30 jaar toegepast op platte en licht hellende daken. Onderzoek van instituten als het RWTH in Aken, de FMPA in Stuttgart en anderen, bevestigen dat deze dakbanen klaar zijn voor de komende decennia. De uitkomsten van deze onderzoeken hebben gemeen dat ongeacht het type dakbedekking, deze alleen kan functioneren als de dak- draagconstructie vaktechnisch naar de richtlijnen geconstrueerd en gemonteerd is."
De constante verbetering van de grondstof heeft evenzeer bijgedragen aan het goede totaalbeeld van ECB dakbanen als de in het midden aangebrachte glasvlies inlage. Hiermee is een verregaande weersonafhankelijke verwerking gewaarborgd.
De dakbanen worden volgens de richtlijnen van de DIN 16729, (kunststof dak- en dichtingsbanen) vrij van weekmakers en chloriden in een uitgewogen verhouding van kunststof en hoogwaardige bitumen (verhouding ca. 45/55%) geëxrudeerd.
"De positieve ervaringen over een termijn van meer dan 30 jaar worden ook wetenschappelijk onderbouwt. Het FMPA Stuttgart (research en materiaal testinstituut Baden Württenberg) heeft een 30 jaar oude ECB dakbaan uit Lucobit onderzocht, en bevestigt na diverse testen dat dit oude monster nog ruimschoots aan de in DIN omschreven eisen voldoet", aldus Versluis.

Doorwortelen

De testen op doorwortelen van een dakbaan zijn niet actueel en praktijkgericht in de DIN normen omschreven. Een betere omschrijving biedt de Duitse richtlijn voor platte daken (9.4.18 dakbegroeiingen) : deze verwijst w.b. de geschiktheid van materialen op de pra kijk-gerichte FLL methode en noemt als wortelschutlaag onder meer kunststofdakbanen.
In de FLL test worden de dakbanen aan een tweejarige test in een kweekkas onderworpen of een vierjarige test in een buitenperceel. Dit houdt onder meer in dat met snel en sterk groeiende beplanting de bestendigheid tegen in en doordringen van wortels wordt beproeft. De ECB dak en dichtingsbanen hebben niet alleen de FLL test doorstaan echter ook langdurige praktijksituaties.

Recycling

"Als we praten over ecologisch bouwen dan is recycling van oude dakbanen een belangrijk onderdeel", zegt Versluis. "Op dit gebied zien we dat het beoordelen van de totale levenscyclus (lifecycle) van een product steeds meer aan importantie wint. Voor uitgediende ECB dakbanen bestaat de mogelijkheid tot volledige recycling; in versnipperde vorm wordt deze weer bijgemengd in de nieuwe productie."
Een andere mogelijkheid is om de gerecyclede Lucobit te verwerken in hoogwaardige (asfalt) bestratingen. Voorts is het zo dat bij eventuele verbranding van ECB dakbanen, met voldoende luchttoevoer, er alleen Kooldioxide (CO2) en Water (H2O) vrijkomen. Door afwezigheid van Halogenen kunnen zich geen Chloorof Broomdioxine en geen corrosieve gassen vormen.
Een ernstig onderbelicht aspect bjj het beoordelen van ecologische bouwproducten is de invloed op de aanwezige waterkwaliteit. Oriënterend aan de DIN 38412/deel 31 (testen met waterorganismen) heeft de gezaghebbende onderzoeker Wolfgang Ernst 105 type dakbanen beoordeeld op aanwezigheid van in wateroplosbare stoffen en de uitwerking daarvan op de kwaliteit van het water. Volgens Ernst liggen de ECB kunstofdakbanen , met zeer goede materiaaleigenschappen, ruim boven het gemiddelde van de 105 geteste dakbanen.

Groen

Voor het beplanten van het dak zijn er diverse mogelijkheden zoals een sedum-bedekking of een heesterbegroeing. Hoe deze vegetatielaag opgebracht wordt hangt ook van de groeihoogte af. Zo onderscheiden we extensieve begroening (groeihoogte tot 0,50 cm) eenvoudige intensieve begroening (groeihoogte tot ca I meter) en intensieve begroening (3mtr of meer). De constructie en de bouwwijze geven op grond van hun draagvermogen het type begroening aan.
Alle aan het bouwproces deelnemende partijen hebben hun verantwoordelijkheid om zorgvuldig met de natuur om te gaan. Met dit in het achterhoofd zou juist een allesomvattende visie op ontwerpen, realiseren en gebruiken van gebouwen op de voorgrond moeten staan. Ecologisch bouwen met inzet van niet milieubelastende producten kan hierin een grote bijdrage leveren. Onder het motto het oog wil ook wat, verhogen groendaken de levenskwaliteit (een deel van de betonjungle kan worden teruggewonnen) voor zowel bewoners als passanten. De Japanse architekt Tadao Ando gaat in zijn filosofische beschouwingen, met als thema natuur en bebouwing zover, dat hij huizen zonder daken zou willen ontwerpen, om zo te allen tijde van de natuur te kunnen genieten. Dit als voorbeeld nemend zou het mooi zijn als het bewustzijn voor de natuur toeneemt, gecombineerd met de toepassing van groendaken.