Roofs 2001-04-14 De pannenlijn
T-Joint
Bij het ontwerpen van een dak moet de pannenlijn worden vastgesteld waarna de detaillering op die lijn wordt afgestemd. Dit mag algemeen bekend zijn en bijna vanzelfsprekend. Helaas wijst de dagelijkse praktijk uit dat niet iedereen van deze volgorde op de hoogte is.
De pannenlijn is de denkbeeldige lijn die loopt over de hoogste punten van de pannen. De lijn is een scheidslijn bij het detailleren. Zo moet de pannenlijn eindigen in de goot en moet voetlood bij dakdoorbrekingen volledig boven de pannenlijn liggen. Bij voorkeur met minimaal 50 mm zodat hemelwater, direct of via het lood, op de pannen terecht komt. Waneer het detail niet boven de pannenlijn wordt gesitueerd dan moet het water onder de pannenlijn, via een open of een verholen goot, worden afgevoerd. Bij het inspecteren van pannendaken is het verbazingwekkend te moeten constateren dat te vaak niet aan het bovenstaande wordt voldaan.
Goot
Wanneer de pannenlijn niet in de goot eindigt, dan zal in het geval van hevige regenval, hemelwater niet in de goot eindigen maar over de gootrand heen lopen. De mogelijke oorzaken en de problemen bij deze overlast komen hier nu niet verder aan de orde maar zullen in een later artikel worden uitgewerkt. Indien een aansluiting op een pannendak niet boven de pannenlijn wordt gesitueerd dan moet zoals gezegd het afkomende water afgevoerd worden onder de pannenlijn. In het geval van geïsoleerde dakelementen komt dat neer op een gootje met een opstandhoogte van veelal niet meer dan de dikte van een tengellat. Uitkroossen van het dakelement gebeurt nooit. Er zijn diverse dakdoorvoeren en dakelementen in de handel die standaard zijn voorzien van een verholen goot om de aansluiting op een bestaand pannendak mogelijk te maken. In vele gevallen betreft het een lage opstand, gecompenseerd door de breedte van de goot, en uitgerust met één of meerdere ribben om het water van de lage opstand weg te houden. Zolang de verholen goot niet is vervuild werkt dit type goed. Helaas wordt veelvuldig gedacht dat bij een aansluiting onder de pannenlijn, met behulp van lood, het afkomende water over de lager gelegen pannen kan worden geleid. In het geval van een aansluiting in de langsrichting van de pannen lukt dat nog enigszins maar ook lang niet altijd (zie afbeelding 3) Dwars op de pannenrichting leidt het vroeg of laat tot lekkages. Wordt het lood lager aangebracht of gelijk aan de pannenlijn, dan moet, om het water over de pannen af te voeren, het lood verticaal worden opgezet en wordt aldus een drempel gemaakt. Er ontstaat aldus een gootje dat aan de uiteinden op de pannen afwatert. Lood op zich is waterdicht maar loodslabben mogen niet in te lange lengten worden aangebracht omdat dan als gevolg van lineaire uitzetting, scheurvorming kan optreden.
Voor dakdoorbrekingen met een breedte kleiner dan 1500 mm kan lood in één lengte worden aangebracht en gaat het nog enigszins. Wanneer het gootje vervuilt, zal echter door verzuring het lood worden aangetast met uiteindelijk lekkage tot gevolg.
Wanneer de dakdoorbreking groter is dan 1500 mm en er dus slabben moeten worden toegepast, dan is op de plaats van de ontmoeting van loodslabben het gootje niet waterdicht met als gevolg inwatering. Een dergelijke aansluiting moet dus worden vermeden. (zie afbeelding 1)
Aansluiting
Gootvorming komt ook voor wanneer het lood een te grote horizontale afstand moet overbruggen. Onder het eigen gewicht zakt het lood uit en ook dan ontstaat een gootje dat lekt bij de aansluitingen tussen de slabben of ten gevolge van inwerking op het lood. Genoemde situatie doet zich vooral voor bij de onderzijde van dakkapellen en in mindere mate bij dakvensters. (zie afbeelding 2) De dakkapel of het dakvenster is in die situatie verkeerd geplaatst.
Het kozijn van de dakkapel wordt vaak boven de bouwmuur geplaatst. Als de doorbreking van het dakvlak door de dakkapel niet overeenkomt met de pannenmaat, en de pannen aan de onderzijde van de dakkapel te ver voor de voet van de dakkapel uitkomen, dan dient de aldus ontstane gleuf te worden overbrugd. Het overbruggen met loden slabben, zonder deze te ondersteunen, leidt tot het eerder genoemde gootje en de problemen die daarbij horen. Een ondersteuning kan worden aangebracht in de vorm van een gemenied houten deel. Bij het plaatsen van de dakkapel moeten de onderliggende, aansluitende pannen beginnen bij de voet van de dakkapel, zo dicht mogelijk en bij voorkeur zelfs onder de dorpel.
Het komt ook voor dat de opstand van de dakkapel te laag is en de onderdorpel van het kozijn zich gelijk aan of zelfs onder de aansluitende pannen bevindt. Ook dan is er weer sprake van een verkeerde plaatsing. De onderzijde van de dorpel moet altijd boven de pannenlijn zijn gelegen. Wanneer dat niet het geval is dan moet het kozijn worden aangepast of moet de rij pannen direct onder de dakkapel worden weggelaten. De aansluiting kan dan niet met pannen worden gedicht en dus moet in een dergelijke situatie, een andere afdichting worden gekozen.
Tussen de pannen
Het mag duidelijk zijn dat de plaatsing van dakkapellen, dakdoorvoeren, dakramen en dergelijke vakkundig dient te gebeuren. Het vakmanschap is vooral gelegen in de bepaling van de plaats in het dakvlak. Aansluitingen moeten boven de pannenlijn zijn gesitueerd en dakdoorbrekingen moeten (zoveel als mogelijk) tussen de pannen zijn gelegen, zowel in langsrichting van de pannen als dwars op de pannen. Indien aldus de plaats van de dakdoorbreking is bepaald, dan moet de dakdoorbreking voldoende door het dak zijn gevoerd om een aansluiting met lood of een loodvervanger duurzaam aan te brengen. Is dat niet het geval dan is lapwerk en uiteindelijk lekkage het gevolg. Naast lood, kan de aansluiting ook met vervangers waterdicht worden afgewerkt, al blijven ook dan soortgelijke problemen te verwachten. Het gaat ook niet zozeer om de toepassing van lood alswel het verkeerd detailleren van de dakdoorbrekingen en doorvoeren.
Deel dit artikel
Andere artikelen in Roofs 2001-04
Roofs 2001-04-03 Gevoelsmatig
Soms heb je dat wel eens, dan lees je iets en pas na lange tijd besef je wat je gelezen hebt. Ik had dit met het volgende krantenberichtje. Het ging om de vraag hoe een vogeltje in staat...
Roofs 2001-04-06 Stortverbod Bitumineus dakafval in zicht!
Stan Liebrand Onder de noemer ‘Hergebruik bitumineuze dakbedekking in de grond-, water- en wegenbouwsector’, presenteerde het nationale kenniscentrum voor verkeers-, vervoer en...
Roofs 2001-04-10 Recycling van bitumineus dakafval kan beginnen
Stan Liebrand Een aantal jaren geleden kwam de overheid met het afvalstoffenbeleid. Ondanks een aantal aanpassingen en aanvullingen bleef regelgeving met betrekking tot bitumineus...
Roofs 2001-04-16 Roofs lezerskringonderzoek 2000/2001
Met voldoening tonen wij u hierbij de resultaten van alweer het tweede lezerskringonderzoek van het vakblad "Roofs". In opdracht van uitgeverij Mandate Publishers b.v. heeft...
Roofs 2001-04-22 Werk van Dakmerk: Te veel regelgeving leidt niet tot verbetering van kwaliteit
Corry de Ridder Paul Dieben, directeur van Erdo B.V., is van mening dat voortdurende regelgeving zeker niet leidt tot verbetering van de kwaliteit. De creativiteit van de techneut om tot...